Praktijkgebieden:
Mediation heeft als alternatieve geschiloplossing in de loop der jaren zeker een opmars gemaakt in ons land. Toch wordt er in vergelijking met andere landen (bijvoorbeeld Engeland) nog relatief weinig gebruik van gemaakt. Dit ondanks de goede slagingskans (meer dan 60%) en vele voordelen die mediation voor partijen kan hebben (snellere en goedkopere oplossing die bovendien door beide partijen gedragen wordt).
Als het aan de VVD ligt zal dat snel veranderen: op 26 april jl. heeft VVD-kamerlid Ard van der Steur een initiatiefwetsvoorstel mediation ingediend. Dit wetsvoorstel beoogt mediation te positioneren als het logische en realistische alternatief voor de traditionele rechtspraak en geeft het een volwassen, zelfstandige en professionele plek in de conflictbeslechting. Het voorstel valt uiteen uit drie onderdelen.
Het eerste onderdeel betreft de nieuwe Wet op de registermediator waarin wordt geregeld dat mediator een beschermd beroep wordt met openbare registratie. Er worden kwaliteitseisen vastgesteld en de kwaliteit zal worden gereguleerd door middel van tuchtrechtspraak. Mediator is nu nog een vrij beroep, dat zal met dit wetsvoorstel dus veranderen om zo de horde inzake de ondoorzichtigheid van kwaliteit van mediators weg te nemen. De mediator zal in het vervolg ook juridische kennis dienen te hebben op het gebied waar hij of zij actief in wordt. Ook dat zal zowel de mediation zelf als de vast leggen uitkomst in de vaststellingsovereenkomst ten goede komen.
De andere twee onderdelen zien op verankering van mediation in het civiele en het bestuursrecht. Voor wat betreft het civiele recht wordt de burgerlijke rechter, voordat hij een zaak aanneemt, gestimuleerd om partijen te verwijzen naar mediation als alternatief voor conflictoplossing. Daarnaast dienen partijen bij aanvang van een juridisch proces aan te geven of mediation is geprobeerd en zo nee, waarom niet. Indien partijen zonder goede grond van mediation afzien, zullen zij eerst moeten mediaten voordat de gang naar de rechter kan worden gemaakt. Dit lijkt het wetsvoorstel te willen bereiken, hoewel “verplicht” mediaten op gespannen voet staat met het basisprincipe van vrijwilligheid van partijen. Immers een mediation zal alleen dan succesvol zijn indien beide partijen daadwerkelijk bereid zijn om tot een oplossing van het geschil te komen.Het voorstel ziet op vrijwel alle geschillen in het civiele recht, mits het geding zich (in de kern) daar niet voor leent, zoals in spoedeisende zaken (kort gedingen). Voordelen zijn er zeker voor partijen; en zeker in zaken in de relationele sfeer (zoals familierecht) kan veel winst geboekt worden: voor partijen zich in een jarenlange juridische strijd (met bijbehorende kosten) werpen en zich volledig ingraven, kan mogelijk in het begin nog een acceptabele regeling worden getroffen.
Ook in het bestuursrecht krijgt mediation een vaste rol: Overheden zullen actief moeten wijzen op de mogelijkheid van mediation en een verzoek tot mediation mag alleen met redenen worden afgewezen. Bestuurders zullen hierdoor meer rekening moeten houden met wat de consequentie van hun keuze is voor een burger. Daadwerkelijk het gesprek aangaan met de burger kan veel problemen en ook weer jarenlang procederen voorkomen. Gelet op het enorme succes van het project “bellen met de burger” waarbij direct wordt gebeld werd door het bestuursorgaan indien een bezwaarschrift is ingediend, is de verwachting dat ook mediation een serieuze oplossing kan zijn. Ook hier geldt dat niet elke zaak zich leent voor mediation: indien bijvoorbeeld zeer veel partijen betrokken zijn bij een groot nieuwbouwproject dan zal mediation waarschijnlijk minder snel soelaas bieden.
Het voorstel stond tot 23 mei 2013 open voor consultatie, waarna de parlementaire behandeling is gestart. Het streven is dat de wet dit jaar nog in werking treedt, en met de PvdA aan haar zijde (en dus een meerderheid) zou dat best eens kunnen lukken. Nog even afwachten maar wij houden u uiteraard op de hoogte van de ontwikkelingen.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.