Praktijkgebieden: Aanbestedingsrecht
Advocaten dienen zich wanneer zij procederen voor gerechtelijke instanties, goed rekenschap te geven van wettelijke regels (o.a. van rechtsvordering) maar ook van zogeheten “procesreglementen” die rechtbanken en hoven uitvaardigen, en zo nu en dan ook weer wijzigen. Hoewel die procesreglementen in feite een nadere invulling van wettelijke regels zijn, kunnen die in specifieke situaties zware sancties stellen op het niet naleven van de daarin opgenomen termijnen of materiele eisen die aan proceshandelingen worden gesteld.
In een uitspraak van de Hoge Raad van 19 april 2013 kwam de vraag aan de orde in hoeverre een (erg lang) schriftelijk pleidooi toelaatbaar was.
Eiser had namelijk een pleitnota in van (maar liefst) 72 pagina's ingediend, voorzien van omvangrijke producties en een wijziging van eis. Het Hof vindt hierin aanleiding om in enkele principiële overwegingen uit te spreken dat een dergelijke omvang van de pleitnota voor een schriftelijk pleidooi niet toelaatbaar is. Het Hof sluit hierbij aan bij de regels in het Landelijk procesreglement voor civiele dagvaardingszaken bij de gerechtshoven, dat voor een schriftelijk pleidooi geen maximale omvang voorschrift, maar voor mondeling pleidooi een maximale spreektijd van 30 minuten. Het Hof is van oordeel dat met een dergelijk uitvoerig schriftelijk pleidooi het ‘ doel' van het pleidooi wordt verlaten, dat slechts een verduidelijk van reeds ingenomen standpunten is.
Gelukkig is de Hoge Raad het daarmee niet eens.
De Hoge Raad stelt vast dat de regels voor het mondelinge pleidooi niet ook mogen dienen als maatstaf voor de omvang van schriftelijke pleitnotities, nu aan die maximale spreektijd (ook) organisatorische overwegingen ten grondslag liggen die niet gelden bij een uitsluitend schriftelijke gedachtewisseling. Daarbij komt dat het Hof de omvang van de pleitnotities niet vooraf aan een maximum heeft gebonden, en dat ook het destijds geldende rolreglement voor de gerechtshoven geen maximale omvang van de pleitnotities voorschrijft. Een koppeling met de maximaal toegestane spreektijd bij een mondeling pleidooi, zoals door het hof gelegd, kan volgens de Hoge Raad niet worden gemaakt.
Sabine Hirdes is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied aanbestedingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.