Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
In vervolg op onze actuele blog van afgelopen vrijdag over de voorgenomen wijzigingen van het arbeidsrecht volgens het sociaal akkoord, zal hieronder nader worden ingegaan op de voorgenomen wijzigingen van de sociale zekerheid volgens het sociaal akkoord.
Zoals al eerder uitlekte, zal de maximumduur van Werkloosheidsuitkering worden verkort tot 24 maanden. Nu kan de WW-uitkering nog maximaal 38 maanden duren. Vanaf 2016 wordt de WW-uitkering met één maand per kwartaal verkort tot in 2019 een maximum van twee jaar overblijft. De opbouw van het recht op WW blijft gebaseerd op het aantal jaar arbeidsverleden. De eerste 10 jaar levert 10 maanden op. Vanaf het elfde jaar bouwt men een halve maand WW per jaar op. De hoogte van de WW-uitkering blijft loongerelateerd.
Het is niet de bedoeling dat het derde jaar WW verdwijnt, maar dat werkgevers en werknemers dat zelf regelen in cao's en andere collectieve afspraken. Het is de vraag of er daadwerkelijk collectieve afspraken zullen worden gemaakt over een derde aanvullend jaar. Bovendien gelden die afspraken dan alleen voor werknemers die onder een cao vallen. Werknemers in cao-loze branches hebben in principe vanaf 2019 recht op maximaal 24 maanden WW.
De sociale partners zullen zich samen met gemeenten inzetten voor de arbeidsparticipatie van mensen met beperkingen. Er worden 35 Werkbedrijven opgericht (niet te verwarren met UWV werkbedrijf) waaruit mensen met een arbeidsbeperkingen worden begeleid naar werk bij reguliere werkgevers. De overheid subsidieert de geplaatste werknemers door de werkgevers het verschil tussen het minimumloon en het cao-loon van de betreffende branche terug te betalen. De ingezette werknemers krijgen direct van de werkgevers het cao-loon betaald. Deze regeling vervangt grotendeels de thans geldende Wajong-regeling. De Wajong zal alleen blijven bestaan voor jonggehandicapten die nooit zullen kunnen werken. De Wajongers die momenteel niet werken zullen worden herkeurd. De Werkbedrijven zullen zelf arbeidsbeperkte mensen aannemen die niet zonder hoge mate van ondersteuning kunnen werken.
Ten slotte zal de reeds ingevoerde verhoging van de AOW-leeftijd worden verzacht voor mensen met een laag inkomen en een VUT-regeling. Mensen die vervroegd met pensioen zijn gegaan (dankzij een VUT-regeling) zijn bij de berekening van hun pensioenuitkering uitgegaan van de inkomsten van de AOW. Deze mensen waren niet voorbereid op de verhoging van de AOW-leeftijd. Voor hen wordt een overbruggingsregeling ingevoerd.
De Kamer zal nog moeten instemmen met de maatregelen uit het sociaal akkoord. Daarvoor zullen onder andere de financiële gevolgen worden doorgerekend. De vraag is wat er dan van het ‘sociale' gedeelte van het akkoord overblijft. We zullen u op de hoogte houden.
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.