Praktijkgebieden: Aanbestedingsrecht
Op 1 april 2013 zullen de nieuwe Aanbestedingswet en het Aanbestedingsbesluit in werking treden. Hiermee wordt de huidige aanbestedingswetgeving ingetrokken: het ‘Bao' (van toepassing op overheden), het ‘Bass' (voor speciale sectorbedrijven) en de WIRA (met betrekking tot onwettig gegunde opdrachten).
De doelen van de Aanbestedingswet zijn onder andere mogelijkheden te scheppen om meer ondernemers te laten meedingen, vermindering van administratieve lasten en betere naleving van de regels. Op dit moment is het met name voor kleinere ondernemers lastig om aanbestedingen te winnen, omdat kleinere opdrachten vaak worden gebundeld tot één grote, de aanbestedingsprocedures vaak onnodig zwaar zijn en omdat er hoge omzeteisen worden gesteld.
Het betreft een hernieuwde implementatie van Europese richtlijnen 2004/17/EG en 2004/18/EG. Deze Europese regelgeving is gericht op het openstellen van de markten voor overheidsopdrachten voor alle bedrijven gevestigd in de EU. De aanbestedingsregels zijn van toepassing op overheidsopdrachten voor werken, diensten en leveringen die boven de gestelde drempelbedragen uitkomen en kunnen doorwerken voor kleinere opdrachten. Partijen die verplicht aanbesteden zijn onder andere het Rijk, gemeenten, provincies, universiteiten en speciale sectorbedrijven, bijvoorbeeld in water- en energievoorziening. Met de Aanbestedingswet moeten zij dit verplicht aankondigen via het elektronisch systeem voor aanbestedingen TenderNed.
Overige belangrijke wijzigingen zijn:– Opdrachten mogen ‘niet onnodig' worden samengevoegd. (Doel daarvan is kleinere bedrijven meer kans te geven);– Vereist wordt dat voorwaarden, eisen en criteria aan inschrijvers en inschrijvingen in redelijke verhouding staan tot de opdracht. Het Aanbestedingsbesluit verwijst daarbij naar de ‘Gids Proportionaliteit', waarin dit nader wordt uitgewerkt;– Het nieuwe Aanbestedingsreglement Werken 2012 (ARW) wordt verplicht gesteld voor opdrachten die niet Europees hoeven te worden aanbesteed. Hierin zijn de procedures uitgewerkt;– Bij Europese aanbestedingen mogen de geschiktheidseisen in beginsel geen betrekking hebben op de omzet en de aanbestedende dienst is verplicht te gunnen op basis van een combinatie van prijs én kwaliteit;– Ook zal per 1 april 2013 een Commissie van Aanbestedingsexperts van start gaan, die kan bemiddelen of niet-bindende adviezen kan geven.
De nieuwe Aanbestedingswet is alleen van toepassing op aanbestedingsprocedures waarvan de datum van aankondiging ligt ná 1 april 2013. Overigens zal de Aanbestedingswet waarschijnlijk binnenkort alweer gewijzigd worden: de Europese Commissie heeft in 2011 een voorstel gedaan tot herziening van de aanbestedingsrichtlijnen, met onder andere een apart richtlijnvoorstel voor concessies.
Pjotr Lanting is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied aanbestedingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.