Praktijkgebieden:
December is een maand vol verwachtingen, en zeker niet alleen op juridisch gebied. Wat brengt Sinterklaas ons (morgen)? Wat staat ons, persoonlijk, beroeps- of bedrijfsmatig en maatschappelijk, te wachten in het nieuwe jaar? En dit jaar is er ook de vraag wat het einde van de Maya-kalender ons brengt. Stuk voor stuk interessant en boeiend, of gewoon leuk, om over na te denken. Voor deze blog beperk ik me tot een ontwikkeling en/of verwachting op juridisch gebied. Vandaag daarom een korte juridische blik op 1 januari 2013, de dag dat we te maken krijgen met een nieuwe gerechtelijke indeling. De oplettende lezer kan nu al wel concluderen dat ik niet geloof in de doemscenario's die sommigen aan het einde van de Maya-kalender hebben verbonden. Er komt vast een nieuw tijdperk, maar daarbij zal het ongetwijfeld gaan om iets anders dan hoe de gerechtelijke kaart in Nederland is veranderd. Hoe ingrijpend deze verandering ook is.
De reorganisatie van de rechtspraak is geregeld in de Wet herziening gerechtelijke kaart (Stb. 2012, 313) die op 1 januari 2013 in werking treedt. Er komen minder rechtbanken en gerechtshoven en de werkgebieden van deze gerechten worden anders ingedeeld. Het doel is heel kort samengevat te bewerkstelligen dat in de toekomst de kwaliteit en slagvaardigheid op peil kan worden gehouden.
We hebben nu nog 19 rechtbanken, met elk een eigen werkgebied (arrondissement). Dat worden er straks 10. Dus 10 arrondissementen en 10 rechtbanken. Overigens worden dat er op termijn 11 (zie hierna). Vrijwel alle rechtbanken, behalve die van Amsterdam, houden nog verschillende zittingsplaatsen. De huidige hoofdlocaties blijven bovendien bestaan. Zo zijn bijvoorbeeld de rechtbanken Dordrecht, Middelburg en Zutphen straks geen rechtbanken meer maar zittingsplaatsen van de respectievelijk de rechtbanken Rotterdam, Zeeland-West-Brabant en Oost-Nederland. Wel verdwijnt een aantal huidige nevenzittingsplaatsen zoals die in Delft, Brielle en Hilversum.
Vanaf 1 januari 2013 kennen we de volgende arrondissementen/rechtbanken met als zittingsplaatsen:
1. Amsterdam (zittingsplaats Amsterdam);2. Den Haag (zittingsplaatsen Gouda, ‘s-Gravenhage en Leiden);3. Limburg (zittingsplaatsen Maastricht en Roermond);4. Midden-Nederland (zittingsplaatsen Almere, Amersfoort, Lelystad en Utrecht);5. Noord-Holland (zittingsplaatsen Alkmaar, Haarlemmermeer, Haarlem en Zaanstad);6. Noord-Nederland (zittingsplaatsen Assen, Groningen en Leeuwarden);7. Oost-Brabant (zittingsplaatsen Eindhoven en 's-Hertogenbosch);8. Oost-Nederland (zittingsplaatsen Almelo, Apeldoorn, Arnhem, Enschede, Nijmegen, Zutphen, Zwolle);9. Rotterdam (zittingsplaatsen Dordrecht en Rotterdam);10. Zeeland-West-Brabant (zittingplaatsen Bergen op Zoom, Breda, Middelburg en Tilburg).
Over de te nieuwe rechtbank Oost-Nederland bestonden verschillende inzichten en is behoorlijk wat discussie gevoerd. Oorspronkelijk was het plan om in het oosten van Nederland twee arrondissementen te vormen, maar de Tweede Kamer wilde dat het één arrondissement zou worden (Oost-Nederland). De Eerste Kamer echter besliste in juli van dit jaar dat er toch twee arrondissementen moeten komen: de rechtbanken Almelo en Zwolle gaan het arrondissement Overijssel vormen, de rechtbanken Arnhem en Zutphen het arrondissement Gelderland. De rechtbank Oost-Nederland zal dus op termijn weer worden gesplitst in de rechtbank Overijssel en de rechtbank Gelderland. Het totaal aantal rechtbanken komt dan op 11 in plaats van 10 uit. Een daartoe strekkend wetsvoorstel is in behandeling bij de Tweede Kamer (TK 33451).
Van de 5 Gerechtshoven (gerechten voor hoger beroep in strafzaken, civiele zaken en belastingzaken; werkgebied heet ressort) die we nu kennen, blijven er 4 over, doordat gerechtshof Arnhem en gerechtshof Leeuwarden fuseren. We hebben per 1 januari dan de volgende gerechtshoven, met als zittingsplaatsen:
1. Amsterdam (Alkmaar, Amstersdam, Haarlem en Haarlemmermeer);2. Arnhem-Leeuwarden (Almelo, Arnhem, Assen, Groningen, Leeuwarden, Lelystad, Utrecht, Zutphen en Zwolle);3. Den Haag (Dordrecht, 's-Gravenhage en Rotterdam);4. 's-Hertogenbosch (Breda, 's-Hertogenbosch, Maastricht, Middelburg en Roermond);
Het is van belang dat u zich realiseert dat de nieuwe indeling belangrijke wijzigingen kan meebrengen voor het aanbrengen van zaken en dat in sommige zaken zittingen op andere locaties zullen worden gehouden dan nu het geval is. Dit verschilt per gerecht. Specifieke informatie vindt u op de website www.rechtspraak.nl bij de afzonderlijke gerechten en natuurlijk zijn wij u graag van dienst.
Cathine Knijff is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.