Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
Eerder schreven wij al over de gevolgen van een buitenlands faillissement in Nederland. Samengevat omvat het buitenlandse zich in beginsel ook de in Nederland aanwezige vermogensbestanddelen van gefailleerde. Indien dit echter leidt tot het gevolg dat onvoldane crediteuren zich niet meer kunnen verhalen op in Nederland aanwezige vermogensbestanddelen, dan raakt het buitenlandse faillissement niet de in Nederland aanwezige vermogensbestanddelen. De Hoge Raad heeft deze leer mede in het faillissement van het Russische bedrijf Yukos vastgesteld.
Recentelijk is opnieuw een vraag aan de rechter voorgelegd met betrekking tot het territorialiteitsbeginsel. Het ging ook hier over het faillissement van Yukos.
De casus is als volgt. Schuldeiser Glendale meende een flinke vordering te hebben op het destijds reeds gefailleerde bedrijf Yukos. Om te voorkomen dat, na afloop van langdurig juridisch getouwtrek over toewijzing van de vordering, niets meer bij Yukos te halen zou zijn, legde Glendale conservatoir beslag.
Bij conservatoir beslag geldt dat binnen een door de Voorzieningenrechter te bepalen termijn gedagvaard dient te worden, om te verzekeren dat het beslag niet onnodig lang zal duren. Glendale heeft zich aan deze termijn willen houden, maar werd geconfronteerd met het feit dat de vennootschap ten gevolge van het faillissement reeds door de Russische rechter was ontbonden. Glendale heeft daarom de dagvaarding (tijdig) uit laten brengen op de laatst bekende vestigingsplaats van Yukos.
De vraag rees of Glendale aan zijn dagvaardingsverplichting had voldaan door te dagvaarden aan een (niet meer) bestaande rechtspersoon. De rechtbank paste leer van de Hoge Raad toe en oordeelde dat de dagvaarding geldig was betekend. Een ander oordeel brengt immers met zich mee dat een buitenlands faillissement in de weg staat aan het verhaal van schuldeisers over in Nederland aanwezig vermogen. Het feit dat Yukos zich niet tegen de vordering kan verweren achtte de rechtbank minder zwaarwegend.
Sascha Guillaume is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.