Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Het fundament van de rechtspraak is dat een rechter onafhankelijk en onpartijdig is. Hij mag niet vooringenomen zijn, dan wel de schijn daartoe hebben. De bestuursrechter die dat (schijnbaar) niet is, kan op grond van artikel 8:15 Awb worden gewraakt.
Wrakingsverzoeken worden over het algemeen genomen zelden gehonoreerd. Met de nieuwe zaaksbehandeling door de bestuursrechter leidde dat echter in twee gevallen wel tot een toewijzing.
Bestuursrechter zijn met ingang van 1 oktober 2011 anders gaan werken. De kern van deze nieuwe zaaksbehandeling is dat een zaak, zodra het beroepschrift en het verweerschrift in de zaak zijn ontvangen, wordt geagendeerd voor behandeling op een zitting. De bestuursrechter bespreekt met partijen wat de geschilpunten zijn en wat er moet gebeuren om deze te kunnen berechten of op te lossen (bron: www.rechtspraak.nl).Bij de nieuwe behandeling van zaken neemt de rechter op de zitting direct de regie in handen. In plaats van partijen eerst hun zaak mogen bepleiten, begint de rechter gelijk met het stellen van vragen. Daarin schuilt het gevaar dat de rechter, nog voordat partijen aan het woord zijn gekomen, in zijn vraagstelling een bepaalde vooringenomenheid kan laten doorklinken.
In twee gevallen leidde dat tot een toewijzing van het verzoek om de rechter te wraken. Zo werd geoordeeld dat als de rechter op zitting er gelijk mee begint dat een beroepsgrond “onzin” is, nog voordat eiser zijn grond had kunnen toelichten, en dat gemachtigde “zit te zeuren”, er dan sprake is van objectieve vrees voor vooringenomenheid van de rechter. Naar objectieve maatstaven bezien geeft de rechter met die uitlatingen blijk van een vooringenomenheid. De rechter wekt daarmee de indruk dat hij zich reeds op dat moment, in voor verzoeker negatieve zin, al een oordeel over de zaak gevormd. Zie daarover meer de beslissingen van de wrakingskamer: Rb. Arnhem 15 maart 2012 AB 2012/273; Rb. Breda 13 oktober 2011 AB 2012/274.
Het komt er kort gezegd dus op neer dat met de nieuwe zaaksbehandeling de bestuursrechter meer op zijn woorden zal moeten passen.
Claudia Koenen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.