Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
Gaat een vennootschap failliet – en zijn er geen activiteiten meer te verrichten door de gefailleerde – dan zal de curator in principe de arbeidsovereenkomst met de werknemers opzeggen. De opzegtermijn bedraagt in dat geval maximaal zes weken. Het salaris van de werknemer vanaf de faillissementsdatum is een boedelschuld en wordt als zodanig vóór de zogenaamde pre-faillissementsschulden voldaan.
Geldt dat ook als de werknemer van de failliete vennootschap tevens de enig bestuurder en aandeelhouder van deze vennootschap is, die feitelijk degene is die de onderneming drijft? Of eindigt de arbeidsovereenkomst dan automatisch, op het moment dat de werknemer/bestuurder eigen aangifte van het faillissement doet? De Hoge Raad boog zich onlangs over die vraag.
In die zaak speelde het volgende. De heer X – hierna: de ‘werknemer' – is enig aandeelhouder en enig bestuurder van B B.V. B was op haar beurt enig aandeelhouder en statutair bestuurder van A B.V. De heer X – die via B indirect bestuurder en aandeelhouder was van A – heeft op 1 juni 2004 een arbeidsovereenkomst met A gesloten. Zijn functie: directeur/commercieel buitendienstmedewerker.
Op 8 april 2008 vraagt A haar faillissement aan met benoeming van mr. Y als curator. Na de faillietverklaring zijn alle werkzaamheden van gefailleerde gestaakt, met uitzondering van de afwikkeling in het kader van het faillissement. De arbeidsovereenkomst met X wordt kennelijk niet gelijk opgezegd. Op 8 december 2008 maakt X aanspraak op doorbetaling van zijn volledige loon. Mr. Y geeft hieraan geen gehoor. Bij brief van 29 december 2008 wordt de arbeidsovereenkomst tussen X en gefailleerde – voor zover nodig – alsnog opgezegd.
X begint, in eerste instantie tevergeefs, een procedure tegen de curator. In eerste instantie, bij de rechtbank, omdat X zich niet als een goed werknemer heeft gedragen. Hij heeft immers tot 8 december 2008 gezwegen over het bestaan van de arbeidsovereenkomst en zijn loonaanspraken, terwijl het op zijn weg had gelegen de curator daarover van meet af aan duidelijkheid te verschaffen. Hierdoor oordeelde de kantonrechter het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is dat hij aanspraak kan maken op loonbetaling. In tweede instantie, bij het gerechtshof Leeuwarden, omdat de arbeidsovereenkomst tussen X en de vennootschap zou moeten worden ‘gerelativeerd': omdat X ook indirect bestuurder van de vennootschap was en hij zich manifesteerde als eigenaar van de onderneming, had hij vanaf het moment dat hij zelf het faillissement van zijn vennootschap aanvroeg geen redenen meer om zijn verhouding tot de vennootschap aan te merken als een arbeidsovereenkomst.
In cassatie heeft X meer succes. Vaststaat dat X op 1 juni 2004 een arbeidsovereenkomst met A heeft gesloten. Eveneens staat vast dat de curator van A deze pas op 28 december 2008 opzegt. Een arbeidsovereenkomst kan eindigen door opzegging, door ontbinding of met wederzijds goedvinden, maar niet vanzelf, ook niet in een situatie waarin de werknemer tevens alle zeggenschap in handen heeft en zelf het faillissement aanvraagt. Derhalve kan niet worden geoordeeld dat X voor 28 december 2008 geen arbeidsovereenkomst meer had.
De Hoge Raad heeft de zaak verwezen naar het gerechtshof te Arnhem, die verder op het verzoek van X tot betaling van zijn salaris zal beslissen.
Sascha Guillaume is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.