Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Het ontslag van een statutair bestuurder zou aanzienlijk gemakkelijker moeten zijn dan dat van een gewone werknemer, omdat de aandeelhoudersvergadering van een vennootschap een vergaande discretionaire bevoegdheid heeft. Het functioneren van een bestuurder treft immers vaak de kern van een bedrijf. Er bestaan toch aardig wat regels die dienen te worden nageleefd voordat het ontslag rechtsgeldig kan worden gegeven.
De rechtbank te Utrecht heeft onlangs in een uitspraak alle relevante regels met betrekking tot zo een ontslag beschreven in zijn oordeel over het ontslag op staande voet van een statutair bestuurder die bleek te hebben gefraudeerd.
In de statuten van besloten vennootschappen staat vaak de standaard regel opgenomen dat “de directie” de aandeelhoudersvergadering bijeen kan/moet roepen. De directie bestond in dit geval uit twee directeuren en de aandeelhoudersvergadering werd door één directeur bijeen geroepen voor het ontslag van de andere directeur. Is het genomen besluit tot ontslag in dat geval dan nietig omdat de andere directeur niet betrokken was bij de oproeping van de aandeelhoudersvergadering.
In de statuten van deze vennootschap was een escape opgenomen voor een dergelijke situatie, namelijk: “Indien door de wet of de statuten gegeven voorschriften voor het oproepen en agenderen van vergaderingen en het ter inzage leggen van te behandelen onderwerpen niet in acht zijn genomen, kunnen desondanks rechtsgeldige besluiten worden genomen mits in de betreffende vergadering het gehele kapitaal vertegenwoordigd is en mits met algemene stemmen.” In de betreffende vergadering had de ene bestuurder namens de enig aandeelhouder het besluit tot ontslag van de andere bestuurder genomen en was het besluit dus rechtsgeldig genomen.
Voor een rechtsgeldig besluit tot ontslag moet de bestuurder van te voren zijn geïnformeerd over het voorgenomen besluit, op tijd worden opgeroepen voor de aandeelhoudersvergadering en moet hij in de gelegenheid worden gesteld om zijn standpunt ten aanzien van het ontslag kenbaar te maken (het liefst tijdens de aandeelhoudersvergadering). In de onderhavige casus bleek de advocaat van de bestuurder niet beschikbaar te zijn op de datum van de aangekondigde aandeelhoudersvergadering. Over de datum is vervolgens gecorrespondeerd, maar deze is niet verzet, waarna de bestuurder en zijn advocaat niet zijn verschenen. De rechter oordeelde dat partijen weliswaar rekening moeten houden met elkaars verhinderdata, maar dat in dit geval onduidelijk en te traag is gecommuniceerd door de bestuurder en zijn advocaat, waardoor de afwezigheid van de bestuurder tijdens de aandeelhoudersvergadering niet aan de vennootschap kon worden toegerekend.
Ten slotte beoordeelde de rechter het arbeidsrechtelijk ontslag van de bestuurder als werknemer van de vennootschap. Daarbij nam hij de algemeen geaccepteerde hoofdregel in acht dat vanwege de verwevenheid van de vennootschapsrechtelijke en de arbeidsrechtelijke betrekking het vennootschapsrechtelijk ontslag door de vennootschap in beginsel tevens de beëindiging van de arbeidsovereenkomst impliceert. In dit geval werd geen opzegtermijn in acht genomen, omdat het ontslag op staande voet betrof. Een dergelijk ontslag dient onverwijld te worden gegeven. Dat is een arbeidsrechtelijke regel die conflicteert met de hiervoor beschreven vennootschapsrechterlijke regel dat de bestuurder tijdig voor ontslag dient te worden opgeroepen voor de aandeelhoudersvergadering. De vennootschap had de regels in dit geval slim gecombineerd door de bestuurder eerst tijdig op te roepen voor de vergadering, daarna onderzoek te doen naar de feiten en de bestuurder schriftelijk te informeren over de bevindingen om daarna de bestuurder de gelegenheid te geven te reageren op de bevindingen. Op deze manier had de vennootschap zowel de vennootschapsrechtelijke verplichting tot tijdige aankondiging in acht genomen als de arbeidsrechtelijke verplichting tot de onverwijldheid van het ontslag. De rechter concludeerde dat de aandeelhoudersvergadering het besluit tot ontslag van de statutair bestuurder rechtsgeldig had genomen en dat daarmee tevens de arbeidsrechtelijke betrekking per direct was beëindigd.
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.