Praktijkgebieden: Bouwrecht
In het Tijdschrift voor Bouwrecht van deze maand komt een bestekschrijver aan het woord, ing. R. Reijnders, die naar aanleiding van de dit jaar vastgestelde lichte herziening van de UAV pleit voor een grotere herziening van de UAV, maar dan met meer invloed vanuit de praktijkbranche, waarbij hij met name doelt op bestekschrijvers en directievoerders (TBR 2012/159).
Van de punten die hij aanhaalt die beter bij de praktijk zouden moeten aansluiten, noem ik er twee:
• de uitdrukkelijke afwijkingen van de UAV
• de bouwvergaderingenDe uitdrukkelijke afwijkingen van de UAVIn de UAV staat in paragraaf 2 lid 1 dat de bepalingen van de UAV gelden voor zover daarvan in het bestek niet uitdrukkelijk is afgeweken. Voor de bestekschrijver rijst dan de vraag: hoe vertaal ik uitdrukkelijk in het bestek?
Niet door telkens bij een afwijking het woord uitdrukkelijk in het bestek te noemen, zo stelt Reijnders, want dat is volgens hem niet de bedoeling, maar door de afwijking zo in het bestek te vermelden dat deze niet ergens tussen andere bepalingen verborgen staat.
Daarom zou hij er voor zijn in alle bestekken, en met name in de RAW- en STABU-bestekken, de afwijkingen, en uiteraard ook de aanvullingen van de UAV een vaste plaats te geven, zodat deze voor de lezer van het bestek helder en overzichtelijk bij elkaar staan.
Ik kan het hiermee geheel en al eens zijn, zij het dan dat het in veel bestekken natuurlijk ook al zo wordt gedaan, waarbij mijns inziens vaker een probleem is, maar ook dat signaleert Reijnders, dat de bestekschrijver bij het formuleren van de afwijkingen en aanvullingen zich onvoldoende bewust is van wat er nu precies in de UAV staat.De bouwvergaderingenIn de nieuwe UAV is aan paragraaf 27 een lid 9 toegevoegd, dat uitgaat van de mogelijkheid dat is overeengekomen dat tijdens de uitvoering van het werk bouwvergaderingen worden gehouden (in de UAV uit 1989 kwam de bouwvergadering niet voor).
Zoals Reynders terecht opmerkt, kan het woord overeengekomen hier alleen maar tot verwarring leiden. Want, wat als het houden van bouwvergaderingen niet in het bestek staat vermeld, maar de opdrachtgever het later toch wil? Dan zou dat in principe voor de aannemer meerwerk kunnen zijn, terwijl het houden van bouwvergaderingen natuurlijk al sinds mensenheugenis nagenoeg bij ieder werk standaard is.
Kortom: het is beter om het woord overeengekomen te laten vervallen.
Charles Smit is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bouwrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.