Praktijkgebieden: Omgevingsrecht
Van 2 augustus tot en met 13 september 2012 ligt het ontwerp-besluit tot verwijdering van de complementaire doelen uit dertien Natura 2000-gebieden ter inzage. Dit heeft tot gevolg dat acht planten- en diersoorten minder streng beschermd worden in onder andere het IJsselmeer- en het Sneekermeergebied.
Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. De grondslag daarvoor is de Europese Vogelrichtlijn van 1979 en de Habitatrichtlijn van 1992. Het totaal beslaat ongeveer 18% van het grondgebied van de lidstaten van de EU.
In Nederland is dit deel van de genoemde richtlijnen geïmplementeerd in de Natuurbeschermingswet 1998. Hierin is onder andere bepaald dat het verboden is om zonder vergunning projecten of andere handelingen te realiseren of te verrichten die gelet op de instandhoudingsdoelstelling de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000-gebieden kunnen verslechteren. Voor gebieden die hiervoor zijn aangewezen, dient elke zes jaar een Beheerplan Natura 2000 te worden vastgesteld, waarin wordt vastgelegd op welke wijze de natuurdoelen gehaald dienen te worden. In Nederland zijn 162 gebieden voor aanwijzing als Natura 2000 gebied in procedure gebracht, waarvan er vooralsnog 58 definitief zijn aangewezen.
Voor een aantal habitattypen en soorten is gekozen om zogenoemde complementaire doelen te formuleren. In dit geval betekent dat bepaalde Vogelrichtlijndoelen ook zijn opgenomen in Habitatrichtlijngebieden en andersom. Met het ontwerp-wijzigingsbesluit worden deze complementaire doelen uit de aanwijzingsbesluiten verwijderd. Achtergrond van het ontwerpbesluit is het tienpuntenplan van Staatssecretaris Bleker uit zijn kamerbrief van 14 september 2011. Hij geeft daarin aan meer ruimte te willen scheppen voor economische en maatschappelijke ontwikkelingen in Natura 2000-gebieden. Ik kan me overigens niet aan de indruk ontrekken dat de Nederlandse economie nauwelijks gebaat zal zijn bij deze enigszins lichtere bescherming van een aantal soorten in enkele natuurgebieden, maar ieder zijn vakgebied.
Tegelijkertijd ligt het wijzigingsbesluit ter inzage om de instandhoudingsdoelstellingen van vijf vogelsoorten in het IJsselmeer aan te passen. Blijkens een uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State van 14 december 2011 waren in het oorspronkelijke besluit ten onrechte behouddoelstellingen in plaats van verbeterdoelstellingen opgenomen.
Pjotr Lanting is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied omgevingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.