Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Wanneer twee partijen een overeenkomst sluiten, zetten zij daar vaak een titel boven die kort aangeeft wat voor soort overeenkomst het betreft: koop, huur, opdracht, bruikleen, etc. Meestal komen titel en inhoud met elkaar overeen, maar niet altijd.
Volgens het Nederlandse recht is voor de positie van partijen de inhoud van de overeenkomst bepalend en niet de titel. Dat kan soms tot onverwachte situaties leiden. Zo komt het regelmatig voor dat banken bij het verstrekken van een krediet een zogenaamde hoofdelijkheidsverklaring laten tekenen, terwijl uit de inhoud van dat document blijkt dat het een borgtocht betreft.
In een zaak waarover het Gerechtshof Amsterdam recentelijk oordeelde, ging het nog iets verder.
Een vader en zoon gingen in 2009 naar de Rabobank omdat de zoon een financiering wilde om oude leningen af te lossen. Omdat de zoon meer wilde lenen dan mogelijk was, nam de bank de vader als medekredietnemer op in de overeenkomst van geldlening. De bank wist echter dat de vader zelf geen kredietbehoefte had en dus van het krediet geen gebruik zou maken.
Hoewel de overeenkomst van geldlening de vader als kredietnemer (en dus als hoofdelijk aansprakelijke partij vermeldde), bleek volgens het gerechthof uit de feiten dat de vader materieel slechts borg voor zijn zoon had gestaan.
Een belangrijk verschil tussen het aangaan van een lening voor zichzelf en borgtocht voor een ander, is dat de borg die een borgtocht aangaat, daarvoor toestemming van zijn eventuele echtgenoot nodig heeft.
Nu de echtgenote van de vader die toestemming niet had verleend, ging de door de vader aan de bank verstrekte borg onderuit. De vordering van de bank tegen de vader werd afgewezen.
Peter Bos is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.