Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Voordat een planologisch besluit tot stand komt, maakt de aanvrager kosten, terwijl het onzeker is of de aanvraag uiteindelijk gehonoreerd zal worden. Indien het bestuursorgaan in beginsel een positieve houding heeft over het voorgenomen project zal de aanvrager eerder geneigd zijn de aanvraag door te zetten.
Het vertrouwensbeginsel is een belangrijk beginsel van behoorlijk bestuur. Wie op goede gronden meende te mogen vertrouwen dat een bestuursorgaan een bepaald beleid zou voeren, een bepaald besluit zou nemen, wordt door het vertrouwensbeginsel beschermd.
Maar een positieve houding, die blijkt uit uitlatingen van een bestuursorgaan, is nog geen basis voor een beroep op het vertrouwensbeginsel. Dit volgt uit een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 13 juni 2012, LJN 8143.
De Afdeling overweegt dat de definitieve beslissing over de verlening pas plaatsvindt bij het besluit op de aanvraag en dat die beslissing mede afhankelijk is van alle in de verdere loop van de procedure naar voren gekomen feiten en belangen. Het uiteindelijke besluit kan dus anders kan uitvallen dan het bevoegd gezag in eerste instantie heeft ingeschat.
Een beroep op het vertrouwensbeginsel is alleen aan de orde in de situatie dat het bestuursorgaan bij de aanvrager het gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt dat de planologische medewerking zonder meer zal worden verleend.
In dat geval is afwijken van de eerdere toezegging nog steeds mogelijk, maar dan zal het bestuursorgaan deugdelijk moeten motiveren waarom het is teruggekomen van zijn bereidheid om de planologische medewerking te verlenen en daarbij mede aandacht moeten besteden aan het bij betrokkene opgewekte vertrouwen.
Annejet Lamme is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.