Praktijkgebieden: Bestuursrecht
“Gemeente Amsterdam legt bestuurlijke boete op bij illegale woningonttrekking.” Zo luidde de bekendmaking door de gemeente Amsterdam afgelopen zaterdag in het Parool. De gemeente gaat vanaf heden naast de al bestaande dwangsom ook bestuurlijke boetes opleggen bij illegale woningonttrekking. Op deze wijze tracht de gemeente ernstige vormen van woonfraude afdoende terug te dringen en te bewerkstelligen dat de reguliere voorraad aan woningen, gelet op de grote schaarste aan woonruimte in Amsterdam, op peil blijft.
Op grond van de Huisvestingswet is het zonder vergunning verboden een woonruimte die behoort tot (simpel gezegd) de door de gemeente aangewezen woningvoorraad te onttrekken aan de bestemming wonen. Een voorbeeld van woningonttrekking is het ontrekken van de bestemming wonen door de woning te gebruiken als bedrijfsruimte, illegale short stay of als illegaal hotel. Het samenvoegen van woningen en het omzetten van een zelfstandige woonruimte naar onzelfstandige woonruimte, bijvoorbeeld door kamerverhuur, zijn ook vormen van woningonttrekking. Belangrijk om hierbij te vermelden is dat niet alleen de eigenaar/verhuurder een woning aan de voorraad kan onttrekken, maar ook de huurder, bijvoorbeeld door buiten medeweten van de verhuurder de woning voor andere doeleinden dan wonen te gebruiken.
De boete voor het onttrekken van een woning aan de woningvoorraad zonder vergunning bedraagt EUR 12.000, – bij de eerste overtreding en (maximaal) EUR 18.500, – indien binnen drie jaar een volgende overtreding plaatsvindt. De bestuurlijke boete biedt het bevoegd gezag de mogelijkheid om zonder tussenkomst van de rechter een boete op te leggen aan de overtreder van in dit geval de Huisvestingswet. Rechtsbescherming vindt de overtreder overigens in de algemene bezwaar- en beroepsprocedure welke terug te vinden is in de Algemene wet bestuursrecht.
De grondslag voor het opleggen van een bestuurlijke boete is te vinden in de Huisvestingswet en is voor de gemeente Amsterdam nader uitgewerkt in de Regionale Huisvestingsverordening. Beleidsregels over de wijze waarop de gemeente gebruikt maakt van deze bevoegdheid zijn neergelegd in de “Beleidsnotitie bestuurlijke boete Huisvestingswet”, een beleidsnotitie die overigens al in oktober 2009 door de gemeente is opgesteld. De bestuurlijke boete zal de last onder dwangsom niet vervangen, maar wordt naast deze ingezet. Na het opleggen van de bestuurlijke boete dient de overtreder de illegale situatie ongedaan te maken. Gebeurt dat niet dan kan de gemeente ook nog een last onder dwangsom opleggen.
Nu de gemeente haar boetebeleid heeft bekendgemaakt, hoopt zij dat hiervan een preventieve werking uitgaat. ‘Overtreders' zijn dus gewaarschuwd.
Yordy Soffner is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.