Praktijkgebieden: Incasso, beslag en executie
Wegracen na beslaglegging, het komt voor. Zelfs met een raceauto van een advocatenduo.
De casus is als volgt: Een advocatenduo heeft een raceauto die bij een monteur ter reparatie staat. Er ontstaat een geschil over de reparatienota. De monteur beroept zich op zijn retentierecht, omdat het advocatenduo de reparatienota te hoog vindt en deze niet wil betalen. Retentierecht is de bevoegdheid die aan de schuldeiser toekomt, om de nakoming van een verplichting tot afgifte van een zaak aan zijn schuldenaar op te schorten totdat zijn vordering wordt voldaan (art. 3:290 BW).
Omdat het advocatenduo de auto dus niet terugkrijgt voordat het de hele nota zal betalen, legt het duo beslag op de raceauto. Echter, op het moment dat de deurwaarder beslag komt leggen, gaat de monteur er met volle snelheid met de raceauto vandoor. De monteur is het niet eens met de bewaarder die door het advocatenduo is aangewezen. De advocaten stellen in kort geding een vordering in tot afgifte van de auto zodat deze alsnog in gerechtelijke bewaring kan worden genomen totdat het geschil tussen beiden is beslecht. De monteur vraagt bij wijze van tegenvordering om opheffing van het beslag.
De voorzieningenrechter oordeelt in het kort geding dat hem niet blijkt van ondeugdelijkheid van het beslag. Volgens art. 705 lid 2 Rv moet summierlijk blijken van ondeugdelijkheid dan wel onnodigheid van het gelegde beslag, wil de opheffing worden uitgesproken. Daarom beveelt de voorzieningenrechter de monteur om de auto alsnog aan de bewaarder af te geven en wijst de vordering tot opheffing van het beslag af. De rechter maakt daartoe een belangenafweging en komt tot de conclusie dat het belang van de monteur in acht wordt genomen doordat het retentierecht voortduurt ondanks de bewaring. Het retentierecht eindigt pas als de raceauto weer in handen komt van het advocatenduo. En daarvan is in geval van de gerechtelijke bewaring nog geen sprake.
De rechter overweegt overigens nog dat het ervan doorgaan met de raceauto een onttrekking aan de gerechtelijke bewaring is, wat als onrechtmatig wordt bestempeld en wellicht ook strafbaar is.
Rosemarie Franken is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied incasso.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.