Praktijkgebieden: Financiering en zekerheden
Bijna in elk faillissement heeft de curator te maken met de bank, aangezien de bank meestal krediet heeft verstrekt aan gefailleerde en daarvoor vaak ook zekerheden heeft gekregen. Regelmatig eindigen discussies tussen beiden in een conflict dat leidt tot een rechterlijke uitspraak. Zo ook onlangs, toen de Hoge Raad zich moest uitspreken over een geschil tussen de ING en de curator in het faillissement van BTO.
Op 28 maart 2008 had de middellijk bestuurder van BTO aan de bank opdracht gegeven enkele betalingen uit te voeren. ING heeft deze betalingsopdrachten uitgevoerd en heeft diezelfde dag € 41.732,16 afgeschreven van de bankrekening van BTO. Het saldo bedroeg vóór die afschrijvingen nog € 19.919,98 credit. Na de afschrijvingen stond BTO € 16.936,13 in het rood (er waren in de tussentijd nog enkele bedragen bijgeschreven).
Op diezelfde 28 maart 2008 werd BTO in staat van faillissement verklaard. Op grond van artikel 23 van de Faillissementswet verloor BTO door de faillietverklaring het beheer en de beschikking over haar tot het faillissement behorend vermogen, te rekenen vanaf de dag waarop de faillietverklaring wordt uitgesproken, die dag daaronder begrepen. Dus vanaf 0.00 uur op 28 maart 2008 mocht BTO (dan wel haar middellijk bestuurder voor haar) geen betalingsopdrachten meer geven.
De curator vorderde dan ook van de ING dat zij een bedrag van € 24.796,03 plus rente zou terugbetalen aan de boedel. De curator legde hieraan ten grondslag dat BTO ingevolge artikel 23 van de Faillissementswet niet meer bevoegd was over het tegoed op de bankrekening te beschikken.
ING verweerde zich door te stellen dat hier sprake was van een situatie conform artikel 52 van de Faillissementswet (een bepaling die sommige onwetenden van het faillissement beschermt) en dat zij dus bevrijdend zou hebben betaald. De Hoge Raad verwierp dit verweer. Voor een geslaagd beroep op artikel 52 Faillissementswet is vereist dat betaling geschiedt ter nakoming van een verbintenis die vóór het faillissement reeds bestond. De ING doelde met die reeds bestaande verbintenis op de rekening-courantverhouding tussen de bank en gefailleerde. Al eerder heeft de Hoge Raad zich in het zogenaamde Huizer q.q./Rabobank-arrest uitgelaten over de rekening-courantverhouding en dat de verbintenis tot het doen van een betaling pas ontstaat op het moment dat de rekeninghouder een door de bank aanvaarde concrete betalingsopdracht verstrekt. Vanaf dat moment is de bank pas verplicht de opdracht uit te voeren.
In casu heeft de Hoge Raad nog eens geoordeeld dat een rekening-courantverhouding met een bank weliswaar meebrengt dat een eventueel creditsaldo ten gunste van de rekeninghouders “op ieder tijdstip” door de bank “verschuldigd” is, maar dat dit niet betekent dat op die enkele grond reeds een verbintenis tot betaling bestaat voor de bank. Deze “verbintenis” is immers onvoldoende bepaald, omdat het beschikken over het creditsaldo op velerlei wijzen kan geschieden. Nu BTO op de dag dat zij failliet werd verklaard pas een verbintenis had doen ontstaan terwijl zij toen dus al beschikkingsonbevoegd was, mocht de bank deze betalingsopdracht niet uitvoeren. De bank zal dus aan de boedel het door de curator gevorderde bedrag moeten terugbetalen.
Rosemarie Franken is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied financiering en Zekerheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.