Praktijkgebieden: Omgevingsrecht
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft op 9 maart jl. de voorlichting aan de Minister van Infrastructuur en Milieu ten behoeve van de uitwerking van de voorstellen voor een nieuwe Omgevingswet gepubliceerd.
De voorlichting is kritisch. Aan de ene kant zouden volgens de Afdeling de oorzaken van de problemen moeten worden onderzocht:Al geruime tijd en in toenemende mate wordt het omgevingsrecht als een complex rechtsgebied ervaren. Als daarmee samenhangend worden de langdurige en stroperige procedures en de onvoorspelbaarheid genoemd. Het voornemen van de Minister om een integrale Omgevingswet te maken vormt niet de eerste poging om deze problemen aan te pakken. Het is wel de meest verstrekkende poging.Om te kunnen vaststellen of en in welke mate de nieuwe Omgevingswet op basis van de door de Minister genoemde uitgangspunten en doelstellingen een bijdrage kan leveren aan de vermindering van de complexiteit, de duur van de procedures en de onvoorspelbaarheid van het omgevingsrecht, is het noodzakelijk dat de belangrijkste oorzaken van die problemen voldoende worden onderzocht. De Minister heeft partijen hierover gehoord. Op basis van de aldus verkregen gegevens dient een nadere analyse te volgen van de oorzaken van de problemen. De Afdeling beveelt aan deze analyse met voorrang te behandelen.Een evaluatie van de recente wetten, Wro, Wabo en Waterwet zouden bij deze analyse betrokken moeten worden.
De Afdeling wijst er bovendien op dat de genoemde ‘problemen' ook met een nieuwe Omgevingswet niet geheel voorkomen kunnen worden.
Met het oog op die analyse wijst de Afdeling erop dat de complexiteit van het omgevingsrecht voor een wezenlijk deel wordt bepaald door de specifieke geografische, demografische, economische en ecologische kenmerken van Nederland. Deze kenmerken brengen mee dat binnen de beperkt beschikbare ruimte recht moet worden gedaan aan uiteenlopende en vaak concurrerende belangen, behoeften en voorkeuren zoals een veilige en gezonde leefomgeving, voldoende en passende woningen, een duurzame economische ontwikkeling voor landbouw, industrie en dienstensector, alsmede de bescherming van natuurwaarden waarvoor Nederland een bijzondere verantwoordelijkheid draagt. Inherent aan de feitelijke complexiteit is de behoefte aan een stelsel van regels voor sturing, afstemming, afweging en bescherming om een maatschappelijk bevredigende besluitvorming te bewerkstelligen. Dat stelsel kan niet anders dan een afspiegeling zijn van de werkelijkheid van maatschappelijke dynamiek en pluriformiteit van belangen, zodat een zekere mate van complexiteit onontkoombaar is. Ook een nieuwe Omgevingswet zal daarom niet voorzien in een eenvoudige en transparante wettelijke regeling waarmee elke gewenste ruimtelijke ontwikkeling kan worden gerealiseerd.Anderzijds zijn volgens de Afdeling de doelstellingen van de huidige voorstellen onvoldoende duidelijk.Wordt werkelijk een herziening van het gehele gebiedsgerelateerde omgevingsrecht beoogd of heeft de Minister vooral tot doel een soort 'projectenwet' te maken, ofwel een wet die gebiedsontwikkeling eenvoudiger maakt? Gelet op de voorstellen en de gesprekken die de Afdeling heeft gevoerd gaat de Afdeling uit van het eerste. Beantwoordt een 'projectenwet' echter evengoed aan de ambitie van de Minister, dan is onduidelijk waarom zij kiest voor een zo verstrekkende operatie als de herziening van het gehele gebiedsgerelateerde omgevingsrecht. Deze operatie moet in dat geval als onnodig ingewikkeld worden beschouwd.Behalve kritische geluiden geeft de Afdeling in de voorlichting ook concrete aanbevelingen voor de route naar een Omgevingswet.
De volledige tekst van de voorlichting is te lezen op de website van de Raad van State.
Zie ook onze bijdrage van 11 november 2011.
Annejet Lamme is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied omgevingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.