Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Verlof voor het bijwonen van vakbondsactiviteiten is niet vaak onderwerp van geschil maar een enkele keer gaat het fout. Zo ook deze week in een kort geding bij de rechtbank Den Haag inzake een geschil tussen de Haagse zorginstelling HWW en drie van haar werknemers alsmede de vakbond Abvakabo FNV. De Haagse zorginstelling had zich de woede van de vakbond op de hals gehaald door te weigeren drie werknemers vakbondsverlof te verlenen voor een grote CAO bijeenkomst op 21 maart jl. te Amsterdam. De zorginstelling had kennelijk eerder aan meerdere werknemers verlof verleend, maar meende dat met het verlof van nog eens drie werknemers de kwaliteit van de zorg teveel onder druk zou komen te staan. De vakbond was het hier niet mee eens en stelde dat HWWZorg in strijd handelde met de CAO verpleeg- en verzorgingstehuizen op grond waarvan de werknemers recht hebben op het verlof (in de cao VVT is in artikel 10.2 opgenomen dat medewerkers aanspraak kunnen maken op vakbondsverlof om vakbondsactiviteiten te bezoeken). De werknemers dienden, aldus de vakbond, de CAO bijeenkomst betaald tijdens werktijd bij te kunnen wonen, te meer nu op de dag daarna de onderhandelingen zijn gestart over de nieuwe CAO. De rechtbank stelde de drie werknemers en de vakbond in het gelijk en overwoog dat de zorginstelling niet overtuigend had bewezen dat deze drie werknemers niet konden worden gemist. Er konden immers ook uitzendkrachten worden ingezet. Met deze uitspraak is niet gezegd dat de belangen van de werkgever, en dan met name de continuïteit van de bedrijfsvoering en, in dit geval, de te leveren kwaliteit aan patiënten geen rol spelen. Indien het aantal werknemers dat verlof wenst op een zelfde dag dermate groot is dat de bedrijfsvoering (en de levens/gezondheid van de patiënten) in gevaar komt, dan kan de uitkomst zeer wel anders zijn. Dat zal, zo blijkt uit deze uitspraak, dan wel goed onderbouwd moeten worden. Daarbij zal onder meer een rol spelen om hoeveel werknemers het gaat, welke functies de werknemers hebben, of de taken makkelijk kunnen worden overgenomen door de inzet van uitzendkrachten en of andere werknemers, hoeveel tijd de werkgever een passende oplossing en vervanging te vinden en of de werknemers in de gelegenheid zijn het verlof op een ander moment op te nemen (bv indien er op 2 verschillende dagen bijeenkomsten zijn dan kan het redelijk zijn te eisen dat niet alle werknemers op dezelfde dag gaan maar verspreid over de 2 dagen). Het verdient uiteraard de voorkeur om er in gezamenlijk overleg met de werknemers uit te komen.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.