Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Grote ondernemingen zijn verplicht om de jaarrekening te laten controleren door een accountant. De controlerende accountant mag niet de interne accountant zijn die vaak een belangrijke rol speelt in grote ondernemingen. Het moet een externe accountant zijn.
Deze externe accountant onderzoekt of de jaarrekening voldoet aan de eisen die de wet stelt. De jaarrekening moet zodanig inzicht geven dat een verantwoord oordeel kan worden gegeven omtrent het vermogen en resultaat. Ook dient men zich een verantwoord oordeel te kunnen vormen over de solvabiliteit en liquiditeit van de onderneming, althans voor zover de aard van de onderneming dit toelaat. Naast de jaarrekening controleert de accountant ook of het jaarverslag is opgesteld volgens wettelijke vereisten en of deze verenigbaar is met de jaarrekening.
De accountant kan na het onderzoek vier soorten verklaringen afgeven: goedkeurend, met beperking, afkeurend of oordeelonthouding.
De verklaring met beperking wordt verstrekt indien de accountant tot het oordeel is gekomen dat geen goedkeurende verklaring kan worden verstrekt, maar dat het effect van de bedenkingen tegen de jaarrekening of van de beperkingen in de controle niet van zodanig wezenlijke betekenis is dat een afkeurende verklaring of een verklaring van oordeelonthouding moet worden verstrekt. De afkeurende verklaring wordt verstrekt indien het effect van de bedenkingen tegen de jaarrekening wel van zodanig wezenlijke betekenis is. De accountant komt dan tot het oordeel dat de jaarrekening misleidend of onvolledig is. De verklaring tot oordeelonthouding wordt verstrekt indien sprake is van een onzekerheid met een wezenlijke aantasting van het vereiste inzicht. Dit is bijvoorbeeld een onzekerheid wegens gebreken in de interne controle of belemmeringen in de uitvoering van controle werkzaamheden. De accountant kan in dat geval geen oordeel geven over de jaarrekening.
Niet-goedkeurende verklaringen komen in een minderheid van de gevallen voor. De meerderheid van de accountantsverklaringen is goedkeurend.
Charlotte Mulder is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.