Praktijkgebieden: Bestuursrecht, Reorganisaties
Deze week heeft de Afdeling bestuursrechtspraak uitspraak gedaan op het beroep dat de Stichting Dorpsraad Wijk aan Zee en enkele burgers hadden ingesteld tegen de aan Tata Steel (voorheen Corus, daarvoor Hoogovens) verleende milieuvergunning en natuurbeschermingswetvergunning voor de realisatie van een warmtekrachtcentrale (22 februari 2012; uitspraak 1 en uitspraak 2). Wat een uitspraak over inhoudelijke kwesties, zoals de invulling van het begrip beste beschikbare technieken, had kunnen worden, werd in beide beroepsprocedures een niet-ontvankelijkverklaring. Reden om nog eens kort stil te staan bij belanghebbende-begrip en de beperking van het beroepsrecht tot belanghebbenden die hun zienswijzen tegen het ontwerpbesluit kenbaar hebben gemaakt.
Alleen een belanghebbende kan beroep instellen tegen een besluit. Een belanghebbende is degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Daartoe dient een burger een voldoende objectief en actueel, eigen, persoonlijk belang te hebben dat hem in voldoende mate onderscheidt van anderen en dat rechtstreeks wordt geraakt door het bestreden besluit. Bij milieuvergunningen wordt onder andere aan de hand van de afstand tot de inrichting bepaald of de burger die stelt belanghebbende te zijn, milieugevolgen van de inrichting kan ondervinden. De maximumafstand om nog als belanghebbende te kunnen worden aangemerkt is afhankelijk van de aard van de inrichting. Het is immers afhankelijk van de aard van inrichting hoe ver de milieugevolgen kunnen reiken. Omwonenden die op een afstand van 300 meter van een inrichting wonen worden doorgaans als belanghebbende aangemerkt, maar ook buiten deze afstand wordt wel belanghebbendheid aangenomen (bijvoorbeeld op een afstand van 900 meter van een zendmast gelet op de aard, ligging en grootte van de inrichting; maar er zijn ook gevallen van zendmasten waarin omwonenden op een afstand van 520-900 meter niet als belanghebbenden werden beschouwd). Kortom, de uitkomst verschilt per geval, afhankelijk van de relevante omstandigheden. In dit geval liggen de woningen van de burgers die beroep hadden ingesteld tegen de verlening van de milieuvergunning aan Tata Steel op 1700 tot 1750 meter respectievelijk 2.000-2.200 meter van de vergunde warmtekrachtcentrale. Dat is volgens de Afdeling te ver.
De Stichting Dorpsraad is wel belanghebbende (als algemeen-belangorganisatie, maar loopt aan tegen het vereiste dat tijdig zienswijzen moeten zijn ingebracht tegen het ontwerpbesluit. De wet bepaalt dat geen beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld door een belanghebbende aan wie redelijkerwijs kan worden verweten dat hij geen zienswijzen tegen het ontwerpbesluit naar voren heeft gebracht. Dit houdt in dat een belanghebbende in beroep bij de bestuursrechter niet meer kan opkomen tegen onderdelen van een besluit die hij niet eerder, in het kader van de zienswijzen, heeft bestreden. Voor de verschillende omgevingsrechtelijke besluiten wordt de vraag wat precies als besluitonderdeel moet worden aangemerkt verschillend beantwoord. Voor bestemmingsplannen zijn de besluitonderdelen de plandelen, regels en/of de verbeelding. Voor milieuvergunningen gold jarenlang een strengere benadering en moesten de beslissingen over de aanvaardbaarheid van verschillende categorieën milieugevolgen (bijvoorbeeld geurhinder, geluidhinder, luchtkwaliteit) als besluitonderdelen worden gezien. Deze benadering heeft de Afdeling bestuursrechtspraak in verband met de komst van de omgevingsvergunning onder de sinds 1 oktober 2010 geldende Wet algemene bepalingen omgevingsrecht verlaten. Bij de omgevingsvergunning moeten de daarin opgenomen toestemmingen voor de verschillende activiteiten als besluitonderdelen worden gezien. Beslissingen over de aanvaardbaarheid van verschillende categorieën milieugevolgen worden niet meer als besluitonderdelen gezien. Dit geldt ook voor milieuvergunningen die nog onder de werking van de Wet milieubeheer zijn verleend mits deze bekendgemaakt zijn op of na 1 april 2011.
Zienswijzen moeten binnen 6 weken na publicatie van het ontwerpbesluit naar voren worden gebracht. De zienswijzen zijn tijdig ingediend indien deze voor het einde van de termijn zijn ontvangen, dan wel voor het einde van de termijn ter post zijn bezorgd, mits niet later dan een week na afloop zijn ontvangen. De zienswijzen van de Stichting Dorpsraad zijn (een dag) later dan een week na afloop van de termijn ontvangen. De Stichting voert nog wel aan dat de zienswijzen binnen de termijn ter post zijn bezorgd, maar dat kan niet baten, nu deze later dan een week na afloop van de termijn zijn ontvagen (waarschijnlijk door vermelding van een onjuiste postcode). De Stichting voert nog aan dat ze haar zienswijzen binnen de termijn per mail naar voren heeft gebracht, maar ook dat mag niet baten, omdat volgens de wet de elektronische weg alleen gebruikt kan worden (of beter: het gebruik een rechtsgeldige betekenis heeft) als het bestuursorgaan kenbaar heeft gemaakt dat die weg is geopend. Dat was niet het geval. Tot slot wordt ook het argument van de Stichting dat de zienswijzen tijdig op haar eigen website stonden (terecht) gepasseerd omdat dit niet betekent dat de zienswijzen bij het bestuursorgaan naar voren zijn gebracht.
Ik merk nog op dat de Stichting deze voor haar ongetwijfeld teleurstellende gang van zaken, maar juiste rechterlijke beslissing, had kunnen voorkomen door de zienswijzen niet alleen met de post te versturen, maar ook te faxen.
Cathine Knijff is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.