Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Sinds februari 2009 geldt er in Amsterdam de beleidsnotitie Short Stay. Short stay is het structureel verhuren van woonruimte voor kort verblijf (7 nachten tot 6 maanden). Dat beleid is onlangs geëvalueerd. De evaluatie geeft aanleiding voor het college van burgemeester en wethouders met vernieuwingsvoorstellen te komen. Ik noem de drie meest in het oogspringende vernieuwingen.
Het college wil short stay overal gaan toestaan. Tot nog toe geldt er een quotum. Verspreid over Amsterdam mogen niet meer dan 1350 short stay woningen worden gerealiseerd. Het college wil dat loslaten. De vergunningsplicht blijft daarentegen. Nog steeds zullen alleen de geliberaliseerde woningen (huur > € 647,43) voor vergunningverlening in aanmerking komen. Het college vindt wel dat stadsdelen de vrijheid moeten hebben een quotum voor specifieke gebieden ter bescherming van die woon- en leefomgeving kunnen vaststellen.
Het college wil de eis van één huishouden verruimen. Thans geldt nog de verplichting dat een short stay woning wordt bewoond door één huishouden. Het college wil de mogelijkheid creëren dat bijvoorbeeld collega's ook kunnen samenwonen. Daaraan zal een maximum van vier personen worden gesteld.
Een derde verandering betreft de minimum verblijfsduur. Momenteel geldt er nog een minimum van 7 nachten. Is het verblijf korter dan 7 nachten, dan is sprake van een hotel. Het komende jaar wil het college experimenteren met een minimum van 5 nachten. Als na evaluatie blijkt dat het experiment naar tevredenheid werkt, zal het college de minimumduur definitief willen maken.
Of de raad met de vernieuwingsvoorstellen van het short stay beleid kan instemmen, zal nog blijken. Op 1 februari 2012 zal het collegevoorstel in de raadscommissie Ruimtelijke Ordening worden behandeld. Wij blijven de ontwikkelingen op de voet volgen.
Claudia Koenen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.