Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Het Gerechtshof van 's-Hertogenbosch heeft in een arrest van vrijdag 16 december jl. duidelijk gemaakt dat het gemeentes niet is toegestaan leges te heffen voor het openbaar maken van documenten in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob).
In maart 2009 diende een nieuwszender met verwijzing naar de Wob een verzoek in bij de gemeente tot verstrekking van informatie over de door die gemeente aan haar burgemeester en wethouders gedane betalingen. Het gemeentebestuur willigde het verzoek in en had vervolgens in totaal acht uur nodig om het aan het verzoek te kunnen voldoen. De werkzaamheden die de gemeente moest verrichten bestonden onder andere uit het opzoeken van de declaraties, het anonimiseren van documenten, het maken van kopieën en het opstellen van overzichten. Het gemeentebestuur bracht vervolgens een bedrag zijn € 297,40 in rekening voor het verrichten van deze diensten, waaronder een bedrag van € 20,60 voor het verstrekken van kopieën.
De kosten voor het verstrekken van kopieën kunnen gebaseerd worden op de gemeentelijke verordening. De overige kosten baseerde de gemeente op artikel 229 lid 1, onderdeel b van de Gemeentewet. Dit artikel biedt de gemeente de mogelijkheid om kosten in rekening brengen aan burgers voor het genot van door de gemeente verstrekte diensten, zogeheten leges. De nieuwszender was het oneens met deze laatste heffing en stelde bezwaar in. Nadat het bezwaar van de nieuwszender tegen de heffing was afgewezen, ging de nieuwszender in beroep bij de rechtbank waar de zender in het gelijk werd gesteld, waarna de zaak vervolgens door de gemeente bij het gerechtshof werd aangebracht.
De vraag die het Gerechtshof moest beantwoorden, luidde of het verstrekken van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur aan een belanghebbende valt aan te merken als een dienst in de zin van artikel 229, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet?
Het gerechtshof maakt duidelijk dat het vaste rechtspraak is dat door of vanwege het gemeentebestuur verrichte werkzaamheden als een dienst in de zin van artikel 229, eerste lid, onderdeel b, van de Gemeentewet kunnen worden aangemerkt, indien die werkzaamheden rechtstreeks en in overheersende mate verband houden met dienstverlening ten behoeve van een individualiseerbaar belang. Houden de werkzaamheden verband met het algemeen belang dan is het niet mogelijk op grond van dit artikel leges te heffen. De concrete vraag is dus of met de werkzaamheden met betrekking tot inwilliging van een Wob-verzoek het individueel belang is gediend dan wel het algemeen belang.
Het gerechtshof komt tot het oordeel dat een verzoek om informatie in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur per definitie het algemeen belang dient. Het gerechtshof komt tot deze conclusie op grond van het feit dat de Wob is geschreven met de bedoeling om goede en democratische bestuursvorming te bevorderen. De Wob is een uitvloeisel van artikel 110 Grondwet waarin is bepaald dat de overheid bij de uitvoering van haar taak openbaarheid dient te betrachten. Daarnaast bepaalt artikel 2 van de Wob onder meer dat het bestuursorgaan dient uit te gaan van het algemeen belang van openbaarheid van informatie. In dat kader hoeft de indiener van een Wob-verzoek dan ook geen concreet belang te stellen bij zijn verzoek. Gelet hierop is het gerechtshof van oordeel dat het voor het overige niet van belang is of de verzoeker ook nog een individueel belang heeft.
Conclusie van het gerechtshof is dan ook dat artikel 229, eerste lid onderdeel b van de Gemeentewet aan gemeentes geen bevoegdheid geeft tot het heffen van leges voor diensten in het kader van een Wob-verzoek. Alleen kosten voor het verstrekken van kopieën is mogelijk. Het arrest van het gerechtshof van 's-Hertogenbosch staat hiermee lijnrecht tegenover een eerder arrest van het gerechtshof in Den Haag van 6 juli 2011. De uitspraak van het gerechtshof 's-Hertogenbosch is wel in lijn met de uitspraak van de Hoge Raad van afgelopen september (www.rechtspraak.nl/ljn.asp?ljn=BQ4105) waarin werd bepaald dat gemeentes geen leges mogen heffen voor het verstrekken van een identiteitskaart nu voor het verstrekken van identiteitskaart het algemeen belang zwaarder weegt dan het individuele belang.).
Naar mijn mening heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch juist geoordeeld. De overheid moet transparant blijven. Burgers moeten informatie kunnen opvragen om de overheid te kunnen controleren en daar moeten geen onnodige (financiële) barrières tegen worden opgeworpen.
Yordy Soffner is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.