Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Het stadsdeel Centrum is druk bezig met een nieuw Hotelbeleid voor de periode van 2012-2015. Dit moet de opvolger van het huidige Hotelbeleid Binnenstad 2008-2011 worden.
Het nieuwe beleid gaat uit van een spreiding van hotels door de stad. Het stadsdeel wil nieuwe hotelontwikkelingen alleen nog maar toestaan in: Centrum Oost, Waterlooplein en omgeving, Valkenburgerstraat, Rapenburg, oostelijk deel van de Prins Hendrikkade (vanaf Oude Schans t/m Kattenburgerplein), Haarlemmerplein, Vijzelstraat (vanaf Herengracht t/m Nieuwe Vijzelstraat), Rozengracht en het terrein aan de Binnenkant 12A/Buiten Bantammerstraat. Er zullen geen quota voor hotelkamers meer gaan gelden.
Het stadsdeel Centrum is ook nu weer niet van plan alle hotelinitiatieven zonder meer toe te staan. Naast de locatie-eisen wordt er in de conceptnota Hotelbeleid binnenstad 2012-2015 aan de ontwikkeling en uitbreiding van hotelvestigingen een vijftal criteria gesteld:1) Functiemenging: de menging en spreiding van de verschillende functies in de binnenstad moet gewaarborgd blijven.2) Woon- en leefklimaat: een initiatief mag niet leiden tot een aantasting van het woon- en leefklimaat.3) Kwaliteitsimpuls: een hotelinitiatief zal aantoonbaar een kwaliteitsimpuls voor de omgeving moeten betekenen.4) Verkeersaantrekkende werking: een hotelontwikkeling mag niet overmatige verkeer aantrekken en voor onveilige situaties zorgen.5) Parcellering & architectonische kwaliteit: er worden eisen gesteld aan de parcellering en de architectonische kwaliteit.
Deze criteria zijn inhoudelijk vooralsnog gelijk aan vier van de vijf criteria van het huidige Hotelbeleid 2008-2011. Het nu nog geldende vijfde criterium “de realisatie / uitbreiding van hotel mag niet ten koste gaan van woonruimte”, dat destijds bij de vaststelling van het Hotelbeleid 2008-2011 door de stadsdeelraad op het laatste moment was toegevoegd, is niet meer in het nieuwe Hotelbeleid opgenomen.
Naar mijn mening doet het stadsdeel daar goed aan. De bescherming van woonruimte is immers al in de Huisvestingswet en de Regionale Huisvestingsverordening geregeld. Het ook nog eens regelen langs de ruimtelijke weg is dubbel en bovendien in strijd met het specialiteitsbeginsel, wat inhoudt dat het stadsdeel zijn bevoegdheden slechts mag uitoefenen op het daarvoor door de wetgever afgebakende terrein. Met andere woorden: in de Huisvestingswetgeving is het instrumentarium voor de bescherming van woonruimte gegeven. Het beschermen van woonruimte langs andere weg is oneigenlijk. De gegeven bevoegdheden en instrumentarium in de Wet ruimtelijke ordening is daar niet voor bedoeld en mogen niet voor huisvestingsdoeleinden worden ingezet.
Hoe dan ook: het concept Hotelbeleid Binnenstad 2012-2015 ligt nog tot en met 1 december 2011 ter inzage. Op 10 november 2011 houdt het stadsdeel een inspraakavond.
Claudia Koenen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.