Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Op 6 mei 2006 klom een jongen in het uitgaanscentrum Event Plaza op een klimmuur. Op 8 meter hoogte brak het bevestigingskoord van het valvertragende afdaalapparaat. De jongen viel naar beneden, waardoor hij ernstig gewond raakte en blijvend letsel opliep.
De jongen vorderde schadevergoeding op grond van onrechtmatige daad. Het uitgaanscentrum, gedreven door H.T.C. Horeca B.V., bleek echter niet verzekerd. De bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering van het uitgaanscentrum was per 1 januari 2005 geëindigd. H.T.C. bleek een kale kip: voor de jongen waren er geen vermogensbestanddelen waar hij zijn schade op kon verhalen.
De jongen heeft daarom in 2010 de bestuurder van de B.V. aansprakelijk gesteld. De Rechtbank Rotterdam ging hierin mee: van de bestuurder van een professioneel bedrijf dat zijn bezoekers risicovolle activiteiten aanbiedt, die tot (aanzienlijke) letsel- of overlijdensschade kunnen leiden, mag verwacht worden dat hij of zij zorg draagt voor een deugdelijke aansprakelijkheidsverzekering. Op die manier zou in elk geval een voorziening worden getroffen voor het geval het bedrijf de schade zelf niet zou kunnen voldoen. Het is onrechtmatig jegens de jongen dat de bestuurder de risicovolle activiteiten in de klimhal heeft voortgezet, ook al was er geen aansprakelijkheidsverzekering meer, en ook al was er geen verhaal voor eventuele toekomstige schadevergoedingsverplichtingen. De bestuurder wordt door de rechtbank dan ook privé aansprakelijk gehouden voor de door de jongen geleden schade.
Om persoonlijke aansprakelijkheid te voorkomen zal de bestuurder van een vennootschap dus moeten zorgen voor een adequate aansprakelijkheidsverzekering. Wij adviseren u vanzelfsprekend graag bij de afdekking van het risico op aansprakelijkheid in privé.
Sascha Guillaume is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.