Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
Een door banken veelvuldig gebruikte manier om hun rechten voorafgaand aan een faillissement van een door hen gefinancierde onderneming veilig te stellen is de bodemverhuurconstructie. De bank huurt dan, tegen een reële prijs, een (gedeelte van) de bedrijfsruimte van deze onderneming zodat alle (stil) verpande zaken niet langer in de macht van de ondernemer zijn. De bank verkrijgt zodoende een vuistpandrecht. Het voordeel hiervan is dat de bank zo de fiscus vóór blijft, die een recht heeft op de opbrengst van de inventariszaken dat sterker is dan dat van de stil pandhouder – althans, voor zover deze zaken zich bevinden op de bodem van de belastingschuldige. Door de bodemverhuurconstructie verkrijgt de pandhouder een vuistpand en zijn de zaken van de bodem van de belastingschuldige ‘weggehaald’. De sterke rechten van de fiscus worden zodoende door de bank gefrustreerd.
De afgelopen tijd zijn een aantal procedures gestart om te bezien of de bodemverhuurconstructie als zodanig geoorloofd is. Deze procedures worden verspreid door heel Nederland gevoerd. Op dit moment zijn er in ieder geval uitspraken gepubliceerd van de Rechtbanken Utrecht, Almelo, Breda, Dordrecht en Arnhem. Vooralsnog laten deze een verschillend beeld zien. In een volgende blog zal ik enkele van deze uitspraken bespreken. Duidelijkheid over de aanvaardbaarheid van de bodemverhuurconstructie zoals die op dit moment vaak wordt toegepast, is er echter pas als de Hoge Raad zich daarover zal uitspreken.
Sascha Guillaume is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.