Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Als bestuurder van een vennootschap bent u verplicht de vennootschap in te schrijven in het handelsregister en een authentiek afschrift van de akte van oprichting en van de daaraan gehechte stukken (zoals bankverklaring, beschrijving van inbreng) neer te leggen ten kantore van het handelsregister (zie art. 2:180 BW).
Derden mogen afgaan op de informatie die in het handelsregister staat, ook al blijkt deze niet meer met de feitelijke werkelijkheid overeen te komen. Dit is ter bescherming van het handelsverkeer. Wanneer een bestuurder geen bestuurder meer is, maar toch nog als zodanig staat vermeld in het handelsregister, mogen derden ervan uitgaan dat deze bestuurder nog altijd fungeert als bestuurder van de vennootschap met zijn daarbij horende rechten en plichten.
Onlangs is een uitspraak gedaan waarin deze kwestie naar voren kwam. In lijn met de eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad (HR 10 maart 1989, NJ 1989, 473) heeft de Rechtbank Rotterdam beslist dat eiseres in casu erop mocht vertrouwen dat gedaagde nog statutair bestuurder was van de vennootschap, aangezien dit zo in het handelsregister stond vermeld.
De gedaagde verweerde zich hiertegen door te stellen dat zij bij een aandeelhoudersbesluit was ontslagen uit haar functie van bestuurder. Deze wijziging was niet opgenomen in het handelsregister. En dus mocht eiseres erop vertrouwen dat gedaagde nog handelde in haar hoedanigheid van bestuurder.
De rechtbank heeft overigens nog opgemerkt dat de bestuurder niet afhankelijk hoefde te zijn van de nieuwe bestuurder wat betreft de inschrijving in het handelsregister. Op grond van artikel 18 lid 1 van de Handelsregisterwet kon zij zich zelf ook per datum van het aandeelhoudersbesluit laten uitschrijven.
In deze zaak werd de gedaagde verweten dat zij als bestuurder schulden had laten ontstaan terwijl zij had moeten weten dat de vennootschap geen verhaal bood. De rechtbank liet haar toe daartegen tegenbewijs te leveren. Een veroordeling zou verregaande consequenties kunnen hebben.
Bedenk u dus goed dat als u geen bestuurder meer bent van een vennootschap, of juist dat wel bent geworden, dat dit dan ook juist staat weergegeven in het handelsregister.
Rosemarie Franken is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.