Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Een aantal jaar geleden oordeelde het Europese Hof van Justitie dat de Europese richtlijn inzake overgang van onderneming niet van toepassing is op personen die niet uit hoofde van de nationale wetgeving inzake het arbeidsrecht bescherming genieten als werknemer, ongeacht de aard van de werkzaamheden die zulke personen uitoefenen (HvJ EG, 14 september 2000, JAR 2000/225, Collino en Chiappero). Denk hierbij met name aan overheidspersoneel dat zich bezighoudt met de uitoefening van openbaar gezag. Tevens oordeelde het Hof dat anciënniteit medebepalend kan zijn voor bepaalde financiële rechten en deze in beginsel door de nieuwe werkgever zullen moeten worden gehandhaafd.
U kent de richtlijn inzake overgang van onderneming onder meer uit de Heineken/Albron zaak die eind vorig jaar veel stof heeft doen opwaaien en waarover wij ook geregeld hebben geblogd. Kort gezegd ziet de richtlijn op de bescherming van de werknemer die als gevolg van een overgang van de onderneming waar hij werkt – of deze nu het gevolg is van een fusie, overdracht, contractsovername of anderszins – te maken krijgt met een nieuwe werkgever, de verkrijger. Kernbepaling van de richtlijn is dat deze werkne-mer zijn rechten en plichten uit de arbeidsovereenkomst met de vervreemder, zijn oorspronkelijke werkgever, behoudt jegens de verkrijger.
Uit de veelvuldige jurisprudentie blijkt heel duidelijk dat deze beschermingsgedachte leidend is geworden voor het Hof, ook in gevallen waar de letterlijke tekst van de richtlijn tot een ander oordeel zou moeten leiden. Zo is het begrip ‘overgang van onderneming ’ zoals het Hof dit uitlegt sterk verruimd ten opzichte van de tekst van de richtlijn die immers stelt dat een overgang plaatsvindt ten gevolge van een overdracht krachtens overeenkomst of fusie. Ook de hiervoor genoemde Heineken/Albron zaak was hiervan een voorbeeld.
De beschermingsgedachte gaat evenwel niet zover dat het Hof aanleiding heeft gezien om de lijn uit het Collino arrest te wijzigen, zo blijkt uit een recent arrest van Hof van Justitie, naar aanleiding van een zaak die wederom door een Italiaans gerecht was voorgelegd. Ambtenaren blijven derhalve uitgesloten van de bescherming van de richtlijn. Wel, maar ook dit had het Hof in 2000 al gezegd, kan niet elke overgang in verband met of in het kader van een reorganisatie van het overheidsapparaat worden uitgesloten van de werkingssfeer van de richtlijn. Criterium is of het gaat om een overheidsdienst die bij wijze van spreke toevalligerwijs door de overheid wordt uitgevoerd of dat deze even zo goed privaat had kunnen worden verricht. Als dat het geval is, is de richtlijn mogelijk wel van toepassing in die zin dat er sprake kan zijn van overgang van onderneming.
Ook de anciënniteit kwam in dit arrest aan de orde en wel in verband met de bij de verkrijgende onderneming geldende CAO. Hierover zei het Hof dat werknemers die beschermd worden door de richtlijn niet hoeven te aanvaarden dat zij een wezenlijk salarisverlies ervaren als gevolg van het direct na de overgang toepasselijk worden van een bij de verkrijger geldende CAO indien bij de bepaling van hun aanvankelijk salaristrap bij de verkrijger geen rekening wordt gehouden met de bij de vervreemder opgebouwde anciënniteit. De stelregel dat de anciënniteit medebepalend is voor financiële rechten ondergaat derhalve evenmin een koerswijziging.
Geen verrassingen dus in dit opzicht vanuit Straatsburg. Voor wat betreft de overgang van onderneming is het wachten nu op het Hof Amsterdam dat zich op hopelijk niet al te lange termijn nader zal uitlaten over de Albron zaak, na de verwijzing door het Hof van Justitie.
Liesbeth Heidstra is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.