Praktijkgebieden: Bestuursrecht
De termijnen zijn in het bestuursrecht heilig. Wordt een bezwaar- of (hoger)beroepschrift bij een bestuursorgaan of bestuursrechter ook maar één minuut te laat (de termijn sluit die dag om 24:00 uur) ingediend, dan wordt het bezwaar of beroep niet-ontvankelijk geacht. Een inhoude-lijke beoordeling van het stuk blijft dan achterwege.
Gelukkig biedt de Algemene wet bestuursrecht voor uitzonderingsituaties toch nog een escape. Als geoordeeld kan worden dat de indiener redelijkerwijs niet in verzuim is geweest, dan kan een te laat ingediend bezwaar- of beroepschrift toch ontvankelijk worden verklaard (art. 6:11 Awb).
De rechtspraak is vrij strikt. Er wordt niet snel aangenomen dat de indiener redelijkerwijs niet in verzuim is. Zo is het bijvoorbeeld al jaren vaste rechtspraak dat een te laat ingediend bezwaar- of beroepschrift als gevolg van vakantie geen omstandigheid betreft waarop een termijnoverschrij-ding verschoonbaar wordt geacht.
Een voorbeeld waarin wel met succes op dit artikel een beroep is gedaan, is de situatie dat de termijnoverschrijding te wijten was aan de volgende bijzonder onvoorzienbare omstandigheid (uitspraak Centrale raad van Beroep, 1 juli 2011, AB Kort 2011, 280). De indiener had op de laatste dag van de beroepstermijn zijn hoger beroepschrift al klaar liggen om verzonden te worden, maar moest toen in de vroege ochtenduren met zijn zwangere vrouw halsoverkop naar het ziekenhuis toe. De volgende dag beviel zijn vrouw vroegtijdig van een tweeling, waarna hij met zijn vrouw nog twee dagen in het ziekenhuis verbleef. Direct nadat zijn vrouw en kinderen uit het ziekenhuis waren ontslagen, had de kersverse vader diezelfde dag alsnog het hoger beroepschrift ingediend. De rechter oordeelde dat deze omstandigheid dusdanig onvoorzien-baar was dat de indiener van het te laat ingediende hoger beroepschrift toch ontvankelijk werd verklaard. Het verzet is gegrond.
Normaal gesproken stelt de rechter zich bij termijnoverschrijdingen minder coulant op. De termijn bedraagt 6 weken. Met het indienen van een beroepschrift pas op de laatste dag van de termijn draagt nu eenmaal een bepaald risico met zich dat in beginsel voor indiener behoort te blijven. Dit betrof echter een wel heel bijzondere situatie waardoor de termijnoverschrijding toch verontschuldigbaar werd geacht.
Claudia Koenen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.