Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Per 1 januari 2012 kunnen werknemers niet meer sparen via de spaarloonregeling, zo kondigde staatssecretaris van Financiën Weekers vorige week aan.
Met de spaarloonregeling kan een werknemer belastingvrij een deel van zijn brutoloon sparen, tot maximaal € 613,- per jaar. De spaarloonregeling is gebonden aan bepaalde (fiscale) voorwaarden: zo dient het spaarsaldo de eerste vier jaar te worden geblokkeerd en mag dit niet door de werknemer worden opgenomen. Een van de uitzonderingen hierop is dat over het spaarsaldo vrijelijk mag worden beschikt voor verwerving van een eigen woning die dient tot hoofdverblijf. Wordt in strijd gehandeld met het deze voorwaarden dan wordt het spaarsaldo alsnog als gewoon loon belast voor de wet op de Loonbelasting, zodat slechts het netto gedeelte overblijft.Ten slotte kan de overheid het spaarloon eerder vrijgeven, zoals het laatst is gebeurd in september 2010. Opname is dan niet verplicht.
Het spaarloon dat al is ingelegd blijft ook na 1 januari 2012 belastingvrij, er kan alleen niet meer belastingvrij brutoloon worden bijgespaard. Het kabinet beperkt de spaarloonregeling om de verlaging van de overdrachtsbelasting van 6% naar 2% gedurende een jaar (deels) te kunnen betalen.
De spaarloonregeling zal uiteindelijk opgaan in het “vitaliteitspakket”. Het kabinet wil met het vitaliteitspakket duurzame inzetbaarheid stimuleren zodat werknemers langer, meer en productiever kunnen gaan werken. Dat is nu nodig vanwege de vergrijzende arbeidsmarkt. Het kabinet zal het Vitaliteitspakket vormgeven langs drie beleidslijnen: doorwerken, mobiliteit en loopbaanfaciliteiten. Dit pakket zal niet eerder dan in 2013 ingaan.
Het met de spaarloonregeling opgebouwde vermogen wordt conform de huidige systematiek jaarlijks gedeeltelijk vrijgegeven en de box3 vrijstelling blijft in stand. Over vier jaar wordt de spaarloonregeling opgeheven.
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.