Praktijkgebieden: Bouwrecht
Twee partijen sluiten een aannemingsovereenkomst. De aannemer is een onderneming die zich toelegt op het ontwikkelen en beleggen van vastgoed. Door deze aannemer wordt een onderaannemer ingeschakeld. De onderaannemer gaat failliet na de levering van het verkochte. Dit heeft tot gevolg dat de opdrachtgever de aannemingsovereenkomst wenst te beëindigen. Partijen raken in geschil over de beëindiging van de aannemingsovereenkomst. Het geschil leidt tot een uitspraak van de rechtbank Dordrecht.
De opdrachtgever voert aan dat hij de aannemingsovereenkomst mocht ontbinden vanwege wanprestatie van de aannemer. De aannemer zou na het faillissement van de onderaannemer niet concreet hebben verklaard dat de aannemingsovereenkomst wordt nagekomen en niet uiteen hebben gezet welke zekerheid voor nakoming wordt gesteld. Het lag op de weg van de aannemer om deze informatie te verstrekken, nu de failliete onderaannemer en de aannemer dezelfde eigenaren en bestuurders hebben en de financiële positie van de aannemer slecht is.De aannemer zou voorts geen enkele interesse meer hebben getoond voor de bouw van de woning van de opdrachtgever.
De aannemer betwist de wanprestatie en voert aan dat zij ook na het faillissement van de onderaannemer bereid en in staat was de aannemingsovereenkomst met de opdrachtgever na te komen. De rechtbank oordeelt echter dat het gevoerde verweer van de aannemer dermate veel vragen oproept en zo weinig is onderbouwd, dat de opdrachtgever zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de nakoming van de aannemingsovereenkomst blijvend onmogelijk zal zijn. De opdrachtgever mocht zich in dit geval op ontbinding beroepen.
Deze uitspraak toont aan dat de hoofdaannemer er verstandig aan doet om zich in een dergelijke situatie actief op te stellen, indien hij wil voorkomen dat de overeenkomst wegens wanprestatie kan worden ontbonden. De hoofdaannemer zal moeten kunnen bevestigen dat de overeenkomst zal worden nagekomen en bijvoorbeeld een alternatieve onderaannemer kunnen voorstellen. De opdrachtgever doet er goed aan om, zoals in dit geval is gedaan, zekerheid te vragen voor de nakoming door de hoofdaannemer.
Charlotte Mulder is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bouwrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.