Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Een notaris kan beroepsmatig aansprakelijk worden gesteld op grond van wanprestatie jegens zijn cliënten of op grond van een onrechtmatige daad.
De Hoge Raad heeft voor de beoordeling van de vraag of een notaris aansprakelijk is, een maatstaf gegeven. De vraag die ter beantwoording ligt, is of de notaris de zorgvuldigheid heeft betracht die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot verwacht mag worden. Deze maatstaf wordt gebruikt, ongeacht of het een vordering uit wanprestatie of onrechtmatige daad betreft. Bij de invulling van deze norm spelen voor de notaris geldende beroeps- en gedragsregels een belangrijke rol. Dit kunnen zijn de Verordening beroeps- en gedragsregels en de Verordening Interdisciplinaire samenwerkingsverbanden 2003.
De notaris heeft een informatieplicht jegens zijn cliënten. Artikel 43 van de Wet op het notarisambt verplicht de notaris om voor het verlijden van een akte mededeling te doen van de zakelijke inhoud en een toelichting te geven. Zonodig wijst hij daarbij tevens op de gevolgen die voor partijen uit de inhoud van de akte vloeien. Dit wordt de “Belehrungspflicht” genoemd. Deze regel komt voort uit het belangrijke arrest “Groningse Voorwaarden” uit 1989 en heeft toepassing indien de notaris ambtelijke werkzaamheden verricht. In dit arrest is onder meer uitgemaakt dat de notaris onder omstandigheden niet kan volstaan met een in algemene bewoordingen gegeven toelichting. Hij zal zijn informatie moeten concretiseren. De consequenties van de rechtshandeling moeten aan de partijen duidelijk worden gemaakt. Het gaat daarbij met name om specifiek aan de rechtshandeling verbonden risico’s.
De functie van notaris brengt mee dat de notaris misbruik door juridische onkunde en feitelijk overwicht dient te voorkomen. Dit moet naar vermogen van de notaris en houdt in dat hij vanuit zijn juridische deskundigheid de partijen primair dient te wijzen op de juridische consequenties.
De notaris dient in het bijzonder alert te zijn op ongebruikelijke bepalingen die eenzijdig in het voordeel zijn van één der partijen. Indien bijvoorbeeld bij de aankoop van aandelen in een vennootschap door de verkoper geen enkele aansprakelijkheid aanvaard voor de juistheid van de balans, ligt de taak bij de notaris om de partijen nadrukkelijk te wijzen op de juridische consequenties die daaraan verbonden zijn.
Charlotte Mulder is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.