Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Dat het bij de formulering van een dringende reden voor ontslag op staande voet nauw luistert, blijkt maar weer eens uit de volgende zaak.
Na ziekmelding door een werknemer besloot een werkgeefster, die de ziekmelding kennelijk niet vertrouwde, een spoedcontrole uit te laten voeren aan het huisadres van de werknemer door de arbo-arts. Aldaar aangekomen trof de arbo-arts het zoontje van de werknemer die vertelde dat zijn vader niet thuis was en waarschijnlijk aan het klussen was in de nieuwe woning. De werkgeefster ontsloeg de werknemer vervolgens op staande voet.
In de ontslagbrief vermeldde de werkgeefster als reden dat de werknemer tijdens ziekte aan het klussen was in zijn nieuwe woning zonder dit vooraf mede te delen aan zijn werkgeefster of de arbo-dienst. De werknemer vocht het ontslag aan, en met succes.
Zowel de kantonrechter als het hof oordeelden dat het ontslag nietig was. Zelfs indien de werknemer de gehele middag aan het klussen zou zijn geweest – wat hij overigens ontkende – zo oordeelde het hof, zou dit “slechts” hebben ingehouden dat hij de controlevoorschriften van de werkgever overtrad. Overtreding van controlevoorschriften is, conform vaste rechtspraak, onvoldoende voor ontslag op staande voet; daarvoor zijn bijkomende omstandigheden nodig. Daarbij benadrukte het hof dat de werkgeefster de ziekte kennelijk had erkend door in de ontslagbrief aan te geven dat de werknemer tijdens ziekte aan het klussen was. In dat geval is het, aldus het Hof, aan de werknemer hoe hij zijn tijd tijdens ziekte besteedt.
De werkgeefster heeft zich in het hoger beroep op het standpunt gesteld dat het haar met name ging om het feit dat het klussen in strijd was met de voor afwezigheid opgegeven reden, namelijk dat de man te ziek zou zijn om voor de werkgeefster te werken. Zij verweet de werknemer derhalve niet zozeer overtreding van de controlevoorschriften als wel het geven van een valse reden voor vertrek naar huis.
Dát kan inderdaad een reden zijn voor onmiddellijk ontslag, maar dit verweer mocht haar niet meer baten. Het Hof oordeelt dat als dit inderdaad het verwijt was dat de werkgeefster aan de werknemer had willen maken, dit uit de ontslagbrief had moeten blijken…
Het moet voor de werknemer onmiddellijk duidelijk zijn, en ook dit is vaste rechtspraak, waarom hij is ontslagen, zodat hij weet wat hem wordt verweten en hij zijn positie kan bepalen. Indien de werkgeefster hier steken laat vallen komt dit voor haar risico.
Aanzegging van een ontslag is één ding, het tweede is de juiste formulering. Deze kan, zo blijkt maar weer, een groot verschil maken voor het beoogde resultaat.
Liesbeth Heidstra is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.