Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
Een belangrijke regel in faillissementsland is dat vóór faillissement aangevangen maar nog niet voltooide executies een einde nemen door de faillietverklaring. Maar wanneer is een dergelijk executie geëindigd? Afhankelijk van het antwoord daarop valt namelijk het geëxecuteerde / de executieopbrengst van een voor faillissement aangevangen executoriale verkoop in de faillissementboedel of komt dit toe aan de executant / beslaglegger(s). Recentelijk heeft de Hoge Raad zich over deze vraag uitgelaten.
De belastingdienst en andere crediteuren hadden beslag gelegd op een onroerende zaak van een schuldenaar. Na verkoop en levering van deze onroerende zaak op initiatief van de hypotheekhouder was het restant van de executieopbrengst gestort op een kwaliteitsrekening van de notaris. Voordat dit restant was verdeeld, ging de schuldenaar failliet.
De curator wilde de opbrengst naar zich toe trekken en stelde dat de executie nog niet voltooid was, aangezien de opbrengst niet was verdeeld. Helaas voor de curator deelde de Hoge Raad niet zijn standpunt. Volgens hem was de executie voltooid door de verkoop én levering van de zaak. Daarbij speelde ook een rol dat de koopsom was gestort aan de notaris (die als lasthebber van de gerechtigden optreedt).
De onverdeelde executieopbrengst behoorde daarom niet meer tot het vermogen van de schuldenaar, maar tot dat van de gezamenlijke rechthebbenden ten behoeve van wie de gelden op de kwaliteitsrekening van de notaris waren bijgeschreven.
Maurits Richert is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.