Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
De ministerraad heeft ingestemd met een wetsvoorstel van minister Kamp van Sociale Zaken om alle uitzendbureaus die actief zijn in Nederland te verplichten zich te registreren in het handelsregister.
Op 1 januari 2010 is reeds een wet in werking getreden die regelt dat bedrijven die personeel inlenen via een niet gecertificeerd uitzendbureau, mede aansprakelijk zijn voor het betalen van het minimumloon van de ingehuurde werknemers. Sinds 2008 kunnen in Nederland actieve uitzendbureaus zich laten certificeren door de Stichting Normering Arbeid. Een uitzendbureau komt alleen voor certificering in aanmerking als het voldoet aan de wettelijke vereisten in het kader van de afdracht van loonbelasting en sociale premies, tewerkstelling van vreemdelingen en betaling van het minimum loon.Het doel van de wet en de certificering is het tegengaan van fraude en illegaliteit. Als een Nederlandse tuinbouwer een werknemer inhuurt bij een uitzendbureau dat niet is gecertificeerd, dan kan de werknemer zowel het uitzendbureau als de tuinbouwer aanspreken als hij minder dan het minimum loon heeft ontvangen voor zijn arbeid.
Op dit moment is naar schatting slechts 35% van alle uitzendbureaus in Nederland gecertificeerd. In 2006 bleek uit onderzoek dat de overheid jaarlijks € 260 miljoen misloopt aan belastingen en sociale premies door toedoen van duizenden malafide uitzendbureaus.
Met het voorstel van minister Kamp tot een registratieplicht voor alle uitzendbureaus wordt zichtbaar welke bureaus actief zijn in Nederland. Vanaf 1 januari 2012 moet de registratieplicht gaan gelden. De arbeidsinspectie zal dan extra controles houden. Als blijkt dat een uitzendbureau actief is in Nederland en niet staat geregistreerd dan wordt zowel het uitzendbureau als de inlener beboet voor € 12.000,- per werknemer, bij herhaling € 24.000,- per werknemer en bij een derde overtreding € 36.000,- per werknemer.Daarnaast zal de Stichting Normering Arbeid alle geregistreerde onderneming gaan benaderen om zich te laten certificeren.
Minster Kamp wil ten slotte zorgen dat de arbeidsinspectie, belastingdienst, gemeentes en de uitzendbranche meer gegevens met elkaar gaan uitwisselen om onderbetaling van werknemers, belastingontduiking en slechte huisvesting van buitenlandse werknemers effectiever te kunnen bestrijden.
Voorlopig is het wetsvoorstel nog geen wet, het ligt nu voor advies bij de Raad van State.
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.