Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
We hebben in deze blog al herhaaldelijk geschreven dat concurrentie- en relatiebedingen voor met name werknemers riskanter zijn dan vaak wordt aangenomen. Met de komst van de zogenaamde “social media” zoals netwerk- en vriendensites LinkedIn, Twitter, Facebook en Hyves blijkt er een nieuw gevaar op de loer te liggen: ook het accepteren dan wel leggen van contact via deze media kan overtreding van een relatiebeding tot gevolg hebben. Dat het, al dan niet klakkeloos, accepteren en verzenden van uitnodigen behoorlijke financiële gevolgen kan hebben ondervond een werknemer die blijkens een uitspraak van de rechtbank Arnhem werd veroordeeld tot betaling van een behoorlijke boete.
In deze zaak werd de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer met wederzijds goedvinden beëindigd, waarbij tussen partijen werd afgesproken dat werknemer zich zou onthouden van elk soort contact (direct, indirect, zijdelings) met een vijftal bij naam genoemde relaties van de werkgever. Op het overtreding van het beding werd een boete van € 10.000,- per overtreding gesteld.
De werknemer trad na het beëindigen van de arbeidsovereenkomst bij een concurrerend bedrijf in dienst en nam het met het beding kennelijk niet zo nauw: na al eenmaal veroordeeld te zijn tot betaling van € 20.000,- wegens het overtreden van het relatiebeding, stond hij een tweede maal voor de rechter omdat zijn ex-werkgever stelde dat hij het relatiebeding wederom overtreden had. De werkgever stelde in deze tweede procedure dat werknemer driemaal het relatiebeding had overtreden: i) door een zakelijk contact vanuit zijn nieuwe werkgever, ii) door een lunch waar een relatie bij aanwezig zou zijn en waarvoor hij zich had aangemeld maar waar hij niet naar toe was gegaan omdat zijn voormalig werkgever daar geen toestemming wilde geven en iii) door de vermelding op de website LinkedIn dat een van de relaties “now connected” was met de voormalig werknemer.De rechter oordeelde dat voor wat betreft het onder i en iii genoemde sprake was van overtreding van het beding nu de werknemer inderdaad contact heeft gehad met een relatie van de voormalig werkgever.
De uitspraak leidde tot veel discussie (onder meer op de radiozender BNR); het onderhouden van contact via social media valt volgens velen onder privébezigheden en bovendien zou de grens onduidelijk worden wat wel en niet onder een relatiebeding valt: mag je wel of niet reageren op een discussie gestart door de relatie van dezelfde netwerkgroep van LinkedIn? Mag je iemand volgen via Twitter? Mag je contact onderhouden via Schoolbank.nl? Anderzijds: waarom zou je niet mogen bellen en wel berichten via LinkedIn mogen sturen?
De beantwoording van deze vraag hangt met name af van wat tussen partijen is afgesproken. In dit geval heeft de werknemer ingestemd met een zeer strikt relatiebeding dat elke vorm van contact uitsloot. De meeste relatiebedingen zijn minder strikt; doorgaans is het relatiebeding bedoeld om “het actief en stelselmatig benaderen” van relaties van de ex-werkgever te voorkomen. In dat laatste geval is een “slapend” contact via de social media waarschijnlijk geen probleem. Ook het onderhouden van privécontact via Hyves of schoolbank.nl zal, zolang de relatie niet wordt weggekaapt bij de voormalig werkgever, geen problemen opleveren.
Hoewel het begrijpelijk is dat de meeste werknemers instemmen met allerhande concurrentie- en relatiebedingen (met boeteclausule!) om toch die ene felbegeerde baan te krijgen, dan wel in ruil voor een potje geld bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst instemmen met een strikt relatiebeding, laat deze uitspraak zien dat het echt de moeite loont om te onderhandelen over de inhoud van het relatiebeding en hoe dit wordt vormgegeven.
Fleur Costa Baiôa is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.