Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
In diverse eerdere blogs informeerden wij u over de verschillende posities die schuldeisers in faillissement innemen. Sommigen (zoals banken, Belastingdienst, werknemers) hebben een comfortabeler positie dan anderen (“gewone” leveranciers). Recentelijk zijn vanuit de Tweede Kamer vragen gesteld aan de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie over de positie van consumenten in faillissementen van winkel(keten)s.
De minister antwoordde op 17 maart 2011. Hij begon met de constatering dat consumenten over het algemeen in faillissement van hun contractspartner een zwakkere positie hebben doordat zij niet in de gelegenheid zijn om zekerheden voor zichzelf te bedingen. Daar komt bij dat zij vaak aanbetalingen doen. De kans is, zo stelt de minster, “tamelijk gering” dat zij die ooit nog terug krijgen. Toch is de minister niet bereid de positie van consumenten in faillissementen van winkel(keten)s te verbeteren, door hen bijvoorbeeld een preferentie te verschaffen.
Reden daarvoor is dat er “onvoldoende draagvlak” voor een dergelijk plan zou zijn omdat de verhaalspositie van banken daardoor zou afnemen. Verder vindt de minister dat curatoren in faillissementen over middelen beschikken om de positie van consumenten te verbeteren, bijvoorbeeld door bij een doorstart van de koper te bedingen dat die met de belangen van de gedupeerde consumenten rekening houdt. De minister meent ook dat consumenten kunnen weigeren een aanbetaling te doen of veiliger manieren denkbaar zijn voor het doen van aanbetalingen.
De argumenten van de minister zijn slechts ten dele overtuigend: curatoren in faillissementen van winkel(keten)s zijn niet verplicht de belangen van consumenten, die slechts een gedeelte van de groep van schuldeisers uitmaken, te waarborgen door de doorstarter daartoe te bewegen. Meestal zal dat een lagere koopprijs tot gevolg hebben en dat is niet in het belang van alle gezamenlijke schuldeisers, voor wie de curator optreedt. Het weigeren van een aanbetaling is weliswaar mogelijk, maar winkeliers zijn niet verplicht om het doen van aanbetalingen veiliger te maken. De werkelijke achtergrond voor het behoud van de zwakke positie van de consument, lijkt te moet worden gezocht in de bankenlobby.
Peter Bos is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.