Praktijkgebieden:
Vorige week is door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het concept-wetsvoorstel afschaffen deelgemeenten gepubliceerd. Met dit wetsvoorstel wordt een einde gemaakt aan de mogelijkheid voor gemeentebesturen om deelgemeenten in te stellen. Bestaande deelgemeenten en hun besturen houden na implementatie van het voorstel van rechtswege op te bestaan. De minister wil dat de opheffing van de deelgemeenten bij de gemeenteraadsverkiezin-gen op 5 maart 2014 gerealiseerd is.
In de huidige situatie maakt de Gemeentewet het mogelijk om deelgemeenten in te stellen. Het komt hierop neer dat de instelling van deelgemeenten geschiedt aan de hand van een gezamenlijk besluit van de raad, college en burgemeester. Bij verordening kunnen zij een deelgemeentebestuur instellen, bestaande uit een rechtstreeks gekozen deelraad en een door die deelraad benoemd dagelijks bestuur. Aan het deelgemeentebestuur wordt een aanzienlijk deel van de belangen van de deelgemeente opgedragen. Zo heeft de deelraad de bevoegdheid om algemeen verbindende voorschriften vast te stellen. Amsterdam en Rotterdam zijn gemeenten die gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om deelgemeenten in te stellen. In Amsterdam bestaan stadsdelen al ruim dertig jaar. Tegenwoordig kent Amsterdam zeven deelgemeenten met in totaal 203 deelraadsleden en 29 bestuurders.
Zoals gezegd houden de deelgemeenten op te bestaan, zodra het wetsvoorstel tot wet wordt verheven. Een gemeentebestuur kan dan niet langer zijn verordende bevoegdheid overdragen aan andere organen binnen de gemeente. Wel blijven lichtere vormen van decentralisatie mogelijk, zoals het instellen van commissies of wijkraden. Volgens de minister past het voorstel in de visie van het kabinet om krachtige, kleine en dienstverlenende overheid te realiseren. Met het afschaffen van de deelgemeenten verdwijnt een bestuurlijke tussenlaag. Volgens de minister leidt het afschaffen van de deelgemeenten tot aanzienlijke financiële besparingen. Zo zullen er minder politieke ambtsdragers zijn nu de deelraadsleden en de deelraadbestuurders verdwijnen. Tevens kan bespaard worden op de ambtelijke ondersteuning alsmede op ondersteunende faciliteiten.
Gevolgen van het wetsvoorstel?Het is echter nog maar de vraag is of het wetsvoorstel er toe zal leiden dat leiden dat er een “krachtige, kleine en dienstverlenende overheid” ontstaat. In ieder geval moet rekening worden gehouden met het feit dat gemeenten de komende jaren in nog gebonden zijn aan de wachtgeld-regelingen voor bestuursleden die als gevolg van de opheffing hun functie kwijtraken. Bovendien moet de gemeentelijke organisatie weer op de schop hetgeen ook extra kosten met zich brengt. Daarnaast is het vooral de vraag of het wetsvoorstel wel leidt tot een efficiënter bestuur. Immers, alles zal voortaan op centraal niveau moeten worden vastgesteld hetgeen de snelheid van besluitvorming niet altijd bespoedigt.
Voordat de afschaffing definitief is, dient eerst te worden afgewacht of het wetsvoorstel in zijn huidige vorm wordt vastgesteld. Momenteel is het wetsvoorstel ter consultatie voorgelegd aan de gemeentebesturen van Amsterdam, Rotterdam en aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Yordy Soffner is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.