Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
Op 14 februari 2011 heeft het Landelijk overleg van de voorzitters van de sector civiel een nieuwe beslagsyllabus vastgesteld. De beslagsyllabus bevat richtlijnen voor voorzieningenrechters bij de beoordeling van een verzoek tot beslaglegging, waar ook advocaten bij het opstellen van een beslagrekest hun voordeel mee kunnen doen.
Indien een partij meent een gegronde vordering te hebben op een andere partij en vreest dat de eerste partij wel eens goederen aan het verhaal voor de vordering zou kunnen ontrekken, kan verlof worden gevraagd voor het leggen van conservatoir (“bewarend”) beslag op goederen of zaken van die partij.
Het leggen van beslag is niet zonder risico's en kan grond zijn voor een schadevergoeding. Dit is het geval indien na beslaglegging blijkt dat de vordering ter verzekering waarvan het beslag is gelegd geheel of gedeeltelijk ongegrond is. De beslaglegging zélf is dan onrechtmatig. De bevoegdheid om beslag te leggen, vindt zijn begrenzing in het leerstuk van misbruik van recht. De Hoge Raad formuleert dat in zijn standaardarrest zo (HR 11 april 2003, NJ 2003, 440):
“Op de beslaglegger rust een risicoaansprakelijkheid voor de gevolgen van het door hem gelegde beslag indien de vordering waarvoor beslag is gelegd geheel ongegrond is (…). Indien de vordering ter verzekering waarvan het beslag is gelegd slechts gedeeltelijk wordt toegewezen, heeft dit niet tot gevolg dat het beslag ten onrechte is gelegd. De vraag of een beslaglegger aansprakelijk is voor de gevolgen van een beslag omdat het beslag is gelegd voor een te hoog bedrag, lichtvaardig is gelegd of onnodig is gehandhaafd, moet worden beantwoord aan de hand van criteria die gelden voor misbruik van recht. Uitgaande van de concrete omstandigheden van het geval kan aldus aan de orde komen of een beslag als vexatoir en daarom onrechtmatig moet worden aangemerkt.”
In de nieuwe beslagsyllabus is geprobeerd het risico van een onrechtmatige beslaglegging te beperken door de mogelijkheid van voorlopig beslagverlof. Het beslagverlof wordt dan voorlopig verleend, en er mag worden overgegaan tot beslaglegging. Gelijktijdig bepaalt de voorzieningenrechter, alvorens definitief te beslissen op het verzoek, dat hij/zij partijen op een in het verlof te noemen dag en uur zal horen, met de bepaling dat het voorlopig verlof alleen mag worden gebruikt als het beslag ten minste drie dagen voor die datum wordt gelegd en – voor zover van toepassing – is overbetekend.Op die manier krijgt de schuldeiser toch de gewenste zekerheid maar wordt tegelijk door middel van het al dan niet definitief maken van het verlof, een snelle sanctie gecreëerd op onrechtmatige beslagleggingen.
Sabine Hirdes is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.