Praktijkgebieden: Bestuursrecht
‘In de Algemene wet bestuursrecht wordt een belanghebbende als volgt gedefiniëerd: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Er moet een belang zijn, het belang moet aan iemand toekomen en het belang moet rechtstreeks betrokken zijn bij het besluit. Alleen aan de belanghebbende komen bepaalde bevoegdheden en rechten toe, denk bijvoorbeeld aan het instellen van bezwaar of beroep.
In de jurisprudentie is nader invulling gegeven aan het begrip ‘belanghebbende’. Dit geldt ook voor de belanghebbende met betrekking tot besluiten tot het aanwijzen van objecten als monument. Waar het gaat om natuurlijke personen, kan in de eerste plaats als belanghebbende worden aangemerkt de eigenaar of een anderszins zakelijk gerechtigde van het object. Omwonenden, huurders en andere gebruikers en andere individuele personen zijn geen belanghebbende.
Dat het hier gaat om vaste jurisprudentie, werd onlangs weer bevestigd in een uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) van 23 februari jl. In deze zaak was door degene die samen met de eigenaar het pand bewoont, beroep ingesteld waarbij zij niet-ontvankelijk werd verklaard, omdat zij niet kan worden aangemerkt als belanghebbende. Er wordt hoger beroep ingesteld, waarin wordt aangevoerd dat deze beperking in strijd is met het recht op toegang tot de rechter als bedoeld in artikel 6 van het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens (hierna: EVRM).
De Afdeling overweegt, onder verwijzing naar de jurisprudentie van het Europese Hof van de Rechten van de Mens, dat de toegang tot de rechter beperkt mag worden en dat dit niet in strijd is met artikel 6 EVRM, mits de beperkingen niet in essentie het recht op toegang tot de rechter schaden, een gerechtvaardigd doel dienen en proportioneel zijn. In dit geval was aan deze vereisten voldaan, aldus de Afdeling. De beperking tot de eigenaren en anderszins zakelijk gerechtigden tast in essentie niet de toegang tot de rechter aan. Hieraan wordt toegevoegd dat deze beperking niet onredelijk is, nu (alleen) de eigenaar en anderszins zakelijk gerechtigden bevoegd zijn het pand te wijzigen.
Charlotte Mulder is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.