Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Eerder berichtten we al over het voornemen van toenmalig minister Donner van Sociale Zaken om de Wet Melding Collectief Ontslag aan te passen. Minister Kamp heeft dit voornemen nu in een wetsvoorstel omgezet.
Het wetsvoorstel houdt in dat bij een voorgenomen reorganisatie waarbij 20 of meer werknemers hun baan zullen verliezen, de werkgever melding moet maken bij de betrokken vakbonden en het UWV, ongeacht op wat voor manier de arbeidsovereenkomsten met die werknemers zullen worden beëindigd.
Op dit moment kunnen werkgevers nog proberen onder hun meldingsplicht uit te komen, door met een deel van de werknemers een beëindigingsovereenkomst te sluiten. Volgens de huidige tekst van de Wet Melding Collectief Ontslag hoeft een werkgever alleen melding te maken als hij zich voorneemt 20 of meer arbeidsovereenkomsten te beëindigen door opzegging met toestemming van het UWV en/of middels ontbinding door de kantonrechter. Het wetsvoorstel beoogt dus deze “sluiproute” voor werkgevers te doorkuisen.
Met dit wetsvoorstel zou de Wet Melding Collectief Ontslag ook meer in overeenstemming komen met de Europese Richtlijn inzake collectief ontslag. Volgens de considerans van die richtlijn moeten voor de berekening van het aantal ontslagen als bedoeld in de definitie “collectief ontslag” van die richtlijn, ook andere vormen van beëindiging van de arbeidsovereenkomst die uitgaan van de werkgever worden meegenomen. Een beëindigingsovereenkomst wegens een reorganisatie gaat ook uit van de werkgever en zou dus op basis van de richtlijn mee moeten tellen.
De wet is voorlopig nog niet aangepast. De ministerraad heeft ingestemd met het wetsvoorstel en het wordt nu voorgelegd voor advies bij de Raad van State. Daarna moet het wetsvoorstel nog worden ingediend bij de Tweede Kamer. Wij zullen u op de hoogte houden.
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.