Praktijkgebieden: Vastgoed
Om leegstand van kantoorgebouwen te voorkomen, biedt de Leegstandwet gemeenten de mogelijkheid een leegstandverordening vast te stellen. Amsterdam is de eerste gemeente die van de mogelijkheid gebruik maakt.
In Amsterdam staat circa 18 % van de kantoren leeg. De gemeente wil die leegstand tegengaan. De eigenaren zullen met de leegstandverordening worden verplicht de leegstand van een kantoor na zes maanden bij de gemeente te melden. Doet de eigenaar dat niet, dan riskeert hij een last onder dwangsom, of bij herhaling zelfs een bestuurlijke boete.
Binnen drie maanden na melding start de gemeente een leegstandoverleg met de eigenaar. In dat overleg wordt bezien of, en waarvoor het pand geschikt is om te gebruiken. Het overleg zal uiteindelijk in een leegstandbeschikking resulteren. De eigenaar dient die beschikking na te leven. Doet zij dat niet, dan kunnen burgemeester en wethouders een gebruiker voor het gebouw gaan voordragen.
Deze leegstandverordening zal niet voor alle Amsterdamse kantoorgebouwen gaan gelden. Voorlopig geldt deze alleen voor de gebieden Amstel III en Teleport, kantoren die groter zijn dan 10.000 m2 en ontruimde gebouwen die gekraakt waren.
De uitgangspunten voor de leegstandverordening staan in de notitie Leegstand in Amsterdam: inzet op gebruik, aanpak van leegstand d.d. 12 januari 2011. De notitie is vrijgegeven voor inspraak. Iedereen die dat wil, kan nog tot en met 10 maart 2011 zijn mening geven. Het is de bedoeling dat de concept leegstandverordening in mei aan de gemeenteraad ter vaststelling wordt aangeboden. De leegstandverordening zal dan per 1 juni 2011 in werking moeten treden.
De leegstandstermijn van zes maanden gaat pas lopen op het moment dat de leegstandverorde-ning in werking is getreden. Of de geplande datum van inwerkingtreding gehaald zal worden, moet nog blijken. Ik verwacht in elk geval veel weerstand vanuit de markt. De leegstandverorde-ning grijpt immers diep in het eigendomsrecht van marktpartijen in.
Het is bovendien nog maar de vraag hoe effectief de maatregelen zullen zijn. De eerste leeg-standbeschikking zal op zijn vroegst 1 maart 2012 zijn genomen. Nog los van het feit dat daartegen bezwaar en beroep mogelijk is, zal voor de meeste gebruikswijzigingen de nodige vergunningen en ontheffingen, met bijbehorende proceduretijd, en verbouwingen nodig zijn. Voordat die allemaal rond zijn, zal het al snel anderhalf jaar verder zijn. Het kan heel goed zijn dat tegen die tijd de kantorenmarkt alweer is aangetrokken. Dan zou alle tijd en moeite voor niets zijn geweest.
Hoe dan ook: zover is het echter nog lang niet. De leegstandverordening zal eerst nog moeten worden vastgesteld, wat mijn inziens gezien de verwachte tegenstand en de huidige liberale regering niet per definitie een vanzelfsprekendheid zal zijn.
Claudia Koenen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vastgoed.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.