Praktijkgebieden:
Terwijl in Nederland menigeen vorig jaar steen en been klaagde over de kou, sneeuw en treinuitval, vertoefde ik negen maanden onder de Afrikaanse zon. Ik heb daar een aantal maanden gewerkt bij de rechtbank en het hof in Ghana. Ik heb mij daar met name bezig gehouden met het strafrecht (tenzij je daar 80 jaar achter de tralies wilt verdwijnen én daarbij “hard labour” wilt verrichten, is cocaïne smokkelen toch echt geen goed idee ..), wat erg interessant was.
Zoals wellicht bekend is er recent in Ghana gas en olie gevonden. Met name de Nederlandse overheid en Nederlandse energiebedrijven zijn erg geïnteresseerd in gas en er zijn de afgelopen jaren dan ook allerlei Limiteds (de Engelse variant van de Nederlandse BV en/of NV) opgericht van Nederlanders, die zich bezighouden met gaswinning in Ghana. De Ghanese overheid is blij dat Nederlanders met hun gasexpertise, kennis en (met name) geld naar Ghana komen en er zijn dan ook allerlei (belasting-) vriendelijke wetten opgesteld ten gunste van dergelijke Limiteds. Voorwaarde voor deze Limiteds is echter wel dat zij hun kennis op in dit geval het gebied van gas en alles wat daarmee samenhangt, delen met hun Ghanese werknemers en dat een deel (welk deel hangt af van diverse factoren) van hun winst wordt besteed aan iets wat Ghana “beter” maakt. Verreweg de meeste bedrijven houden zich aan deze regels en proberen Ghana op hun wijze ook echt te helpen. Niet alle bedrijven zijn evenwel zo correct.
Zo werden de bestuurders van een Nederlandse gas Limited door het openbaar ministerie gedagvaard omdat de bestuurders en aandeelhouders alle winst in hun eigen zakken hielden. De Limited gaf hiervoor als verklaring dat een deel van haar aandeelhouders Ghanezen was, dat zij meedeelden in de winst en dat de Limited op deze wijze een deel van haar winst dus besteedde aan het verbeteren van Ghana. Immers, deze mensen hadden een groter besteedbaar inkomen waarmee zij dan weer meer konden consumeren, hun familie financieel steunden etc. Het OM was het hier niet mee eens, temeer omdat van alle aandeelhouders (ongeveer 15) er maar twee daadwerkelijk Ghanees waren. Het OM eiste dan ook een gevangenisstraf voor de bestuurders van elk twee jaar én dat minimaal de helft van de winst van de afgelopen drie jaar aan een door de rechter te bepalen kindertehuis en opvanghuis voor tienermoeders werd overgemaakt.
De rechter ging deels met het OM mee en heeft inderdaad de vier Nederlandse bestuurders veroordeeld tot een (dat dan weer wel) voorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar en tot storting van de helft van de winst aan een door de Limited te bepalen organisatie die zich inzet voor zwerfkinderen in Ghana.
Tja, dat is nog eens andere koek dan het wrakingsproces van Wilders…
Kissiwah Mireku is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.