Praktijkgebieden: Vastgoed
Vorige week oordeelde de Belastingkamer van de Hoge Raad dat twee containerkranen die bestemd waren om zeeschepen te laden en te lossen ondanks hun beweegbaarheid over rails als onroerend zaak zijn aan te merken. Dit kwam aan de orde in het kader van de vraag of bij de verkoop van de kranen overdrachtsbelasting was verschuldigd. De inspecteur vond van wel, het havenbedrijf niet.
Zowel de rechtbank als het hof stelde het havenbedrijf in het ongelijk. De Hoge Raad ook. Het hof kwam tot het oordeel aan de hand van de vuistregels uit het alom bekende Portacabin arrest. In dit arrest is onder meer bepaald dat van belang is of het werk gelet op de aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven. Niet van belang is dat de technische mogelijkheid bestaat om het werk te verplaatsen. Ook is op grond van het Portacabinarrest de bedoeling van de bouwer om het werk al dan niet duurzaam ter plaatse te houden van belang. De Hoge Raad oordeelde dat de uitkomst van de beoordeling van het hof – dat de kranen onroerend zijn – juist is. De kranen staan, zij het indirect via rails, volgens de Hoge Raad feitelijk in voortdurende verbinding met de onder de kranen gelegen grond. Daarbij wijst de Hoge Raad tevens op zijn in 1997 gewezen arrest waarin werd geoordeeld dat de betreffende kranen ondanks hun beweegbaarheid over rails met de grond waren verenigd in de zin van artikel 3:3 BW.
Al met al is de conclusie gerechtvaardigd dat het begrip ‘onroerend’ de afgelopen jaren steeds ruimer wordt uitgelegd. Beweegbaarheid van een zaak – zelfs over 600-800 (!) meter zoals in het arrest van vorige week het geval was – staat het heffen van overdrachtsbelasting dus niet in de weg. Dit zal niet zonder kritiek blijven.
Paulien Beunk is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied vastgoed.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.