Praktijkgebieden: Bedrijven in moeilijkheden
In eerdere bijdragen hebben wij gezien dat de curator in faillissement de taak heeft om de failliete boedel te beheren en te vereffenen ten behoeve van de gezamenlijke schuldeisers. Voor het uitoefenen van zijn taak zijn in de wet aan de curator bepaalde bevoegdheden toegekend. Zo bepaalt artikel 92 van de Faillissementswet dat de curator na de faillietverklaring onmiddellijk de bescheiden, gegevensdragers, gelden en andere papieren van waarde onder zich neemt zodat alle informatie met betrekking tot de failliete boedel veilig wordt gesteld.
Het Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch heeft onlangs geoordeeld dat de curator bevoegd is de privélaptop, als drager van zakelijke bestanden van de failliet, onder zich te nemen. Toegang tot zakelijke bestanden op de privélaptop van een werknemer heeft de curator echter alleen onder bepaalde voorwaarden.
Relevante feiten
In deze zaak was de appellant als bedrijfsjurist werkzaam voor meerdere gelieerde vennootschappen. Hij was tevens lid van het managementteam van de failliete vennootschap en was werkzaam zeer dicht bij de voormalig bestuurder. Appellant gebruikte ten behoeve van zijn werkzaamheden voor de failliete vennootschap zijn privélaptop. Deze nam hij sinds 2006 's ochtends van huis mee naar het kantoor en 's avonds weer mee terug naar huis.
Op last van de curator moest hij na het faillissement zijn laptop op het werk achterlaten. Van de harde schijf van de laptop is een zogeheten forensische kopie gemaakt. In overleg tussen de curator en appellant zijn twee schijven in een gesloten envelop in bewaring gegeven bij een notaris. De gegevens zouden in opdracht van de bank onderzocht worden door IRS (IRS Forensic Services & Investigations B.V.) in het kader van een onderzoek naar vermoedelijke fraude binnen de failliete vennootschap. Partijen hebben vervolgens gecorrespondeerd omtrent de voorwaarden waaronder de bestanden op de kopieën zou mogen worden onderzocht, maar zijn niet tot overeenstemming gekomen.
Beoordeling van de rechtbank
Om deze redenen vorderde de curator in eerste aanleg veroordeling van de appellant tot (i) overhandiging van een schrijven aan de notaris met een door de curator voorgestelde tekst, met het verzoek aan de notaris de envelop met de twee schijven aan de curator af te dragen; en (ii) instemmen dat IRS (IRS Forensic Services & Investigations B.V.) forensisch onderzoek zou uitvoeren op de forensische kopie van de harde schijf van de laptop. In de eerste aanleg van het kort geding wees de voorzieningenrechter de vorderingen van de curator toe.
Beoordeling van het gerechtshof
In hoger beroep voerde appellant aan dat de curator geen recht had om de op de laptop staande zakelijke informatie op te vragen of te onderzoeken. Het hof overwoog echter dat uit artikel 92 Faillissementswet de taak van de curator voortvloeit om onmiddellijk na zijn benoeming alles in het werk te stellen om de administratie en alle aanwezige informatie daarover veilig te stellen voor zijn latere onderzoek daarvan in het belang van de boedel. Tot de in artikel 92 Faillissementswet genoemde 'bescheiden en andere gegevensdragers' behoren tevens digitale bestanden waarop zich dergelijke informatie bevindt, dan wel redelijkerwijs vermoed kan worden zich daarop te bevinden.
Het hof heeft daarbij onderzocht of gelet op de strekking van artikel 92 van de Faillissementswet de privélaptop die dagelijks ten behoeve van de werkzaamheden van de failliete vennootschap was gebruikt, als één aan de failliete vennootschap in eigendom toebehorende bescheiden en andere gegevensdragers kan worden beschouwd. De conclusie van het hof was dat de laptop zelf, als privé-eigendom van appellant niet onder de bevoegdheden van de curator ingevolge artikel 92 Faillissementswet valt. De op de laptop opgeslagen zakelijke bestanden daarentegen wel. Deze zijn ten behoeve van de werkgever aangemaakt en bevatten informatie die de curator ingevolge artikel 92 van de Faillissementswet ten behoeve van de boedel moet kunnen veiligstellen.
Volgens het hof had de curator niet anders kunnen handelen dan kopieën te laten maken van de volledige harde schijf. Uit de aard van de aan de curator opgedragen conservatoire werkzaamheid vloeit voort dat hij de bevoegdheid om alle aanwezige informatie veilig te stellen onmiddellijk en zonder vertraging moet kunnen uitvoeren. De curator was dus in dit geval bevoegd de privélaptop, als drager van zakelijke bestanden van de failliet, onder zich te nemen en, in nauw overleg met appellant, kopieën van de harde schijf te maken en deze te deponeren onder een notaris.
Voor een antwoord op de vraag of de curator ook bevoegd was om van appellant te verlangen dat de volledige kopieën inclusief de privébestanden ter beschikking werden gesteld aan IRS en IRS toe te staan informatie van die kopieën te onderzoeken, oordeelt het hof dat de wederzijdse belangen van appellant en de boedel tegen elkaar moeten worden afgewogen.
De belangen tegen elkaar afwegende komt het hof tot het oordeel dat de curator in beginsel recht heeft op toegang tot de zich op de (kopie van de) harde schijf bevindende zakelijke informatie, maar alleen indien de bescherming van de (privacygevoelige) privébestanden van appellant wordt gewaarborgd. Gelet op de omstandigheden in dit geval komt het hof tot de conclusie dat de curator aan IRS geen toegang tot de informatie op de kopieën had mogen geven omdat hij niet een zo groot mogelijke bescherming van de (privacygevoelige) privébestanden van appellant had gewaarborgd. De redenen hiervoor waren onder andere dat de curator niet zelf opdrachtgever van het onderzoek van het externe bureau IRS was, dat de curator onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat er tussen hem en IRS/de banken een juridische relatie bestond met betrekking tot de kopieën en de gebruikte informatie en dat hij onafhankelijk van anderen over de kopieën en de onderzoeksresultaten kan beschikken. Bovendien beschikte de curator niet over een exemplaar van de eindrapportage; hij verwees appellant daartoe naar de bank. Het is dus niet gebleken dat de curator (in voldoende mate) zeggenschap over de kopieën had.
Er zijn echter gevallen denkbaar waarbij de curator in tegenstelling tot deze zaak zelf over de zakelijke gegevens beschikt en deze laat onderzoeken. Daarbij heeft hij naast de mogelijkheid om privélaptops onder zich te nemen en de gegevens te kopiëren ook de bevoegdheid om over de gegevens te beschikken zij het met voldoende bescherming van de privacygevoelige privébestanden van betrokkenen.
Maria van Bladel is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bedrijven in moeilijkheden.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.