Praktijkgebieden: Omgevingsrecht
“Nederland leeft met water.” Zo luidt de treffende slogan van de campagne van de rijksoverheid. Nederland en water zijn zeer nauw met elkaar verbonden. Niet te vergeten, een groot deel van ons land ligt nu eenmaal onder de zeespiegel.
De wet over water is de Waterwet. Deze wet is 8 oktober 2009 in werking getreden en regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater. Het doel van de wet is het voorkomen en beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, het verbeteren van chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en de vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen.
De wetgever wil waterzaken eenvoudiger maken met de nieuwe Waterwet. In de Waterwet zijn acht wetten samengevoegd tot 1 wet. De Waterwet kent ook maar 1 vergunning, de watervergunning. Deze vergunning kan uiteenlopende activiteiten bevatten, zoals bouwen in de waterkering of lozen op oppervlaktewater. De Waterwet brengt met zijn komst een belangrijke wijziging teweeg op het gebied van lozingen: de Waterwet is alleen van toepassing op lozingen die direct in het oppervlaktewater plaatsvinden of lozingen rechtstreeks op de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI). De indirecte lozingen, zoals bijvoorbeeld lozingen op rioolstelsels of vuilwaterriolen en alle overige lozingen vallen onder de Wet Milieubeheer, uitzonderingen daargelaten.
Het aanvragen van een watervergunning kan schriftelijk of via een e-formulier. De aanvraag kan altijd worden ingediend bij de burgemeester en wethouders van de gemeente, waar de activiteiten geheel of hoofdzakelijk zullen plaatsvinden. De aanvraag kan ook rechtstreeks worden gedaan bij het bevoegde gezag. Dit is bijvoorbeeld Rijkswaterstaat, waterschap, provincie of gemeente. Voor regionale wateren is het waterschap bijvoorbeeld bevoegd, voor “rijkswater” bijvoorbeeld de staat.
De rijksoverheid benadrukt in haar voorlichting dat veel wateractiviteiten onder de algemene regels vallen, waardoor geen watervergunning nodig is en veelal met een melding kan worden volstaan. Een melding volstaat in de gevallen, waarin een wateractiviteit minder ingrijpend is. Denk bijvoorbeeld aan een aanleg van een steiger of aan kleinere grondwateronttrekkingen. De melder moet wel voldoen aan de algemene regels zoals opgenomen in het Waterbesluit, de Waterregeling of een verordening van het waterschap of de provincie. In deze documenten is vastgelegd of met een melding kan worden volstaan. De rijksoverheid verwacht overigens dat vanaf 2011 een watervergunning via het Omgevingsloket online kan worden aangevraagd.
Charlotte Mulder is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied omgevingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.