Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
CDA en Groen Links gaan een wetsvoorstel indienen dat werknemers het recht geeft zelf hun werktijden te bepalen: binnen de afgesproken uren mogen ze zelf bepalen van wanneer tot wanneer ze werken, en of ze thuis willen werken – als de omstandigheden dat toelaten. De wet zou bevorderlijk zijn voor van alles: files, gezondheid, productiviteit, enzovoorts. De wet sluit aan (zeggen de initiatiefnemers) bij de Wet aanpassing arbeidsduur, die werknemers het recht geeft korter te gaan werken.
Gaat dat werken? De eerste gedachte is van niet. Je zult in de regel als werkgever toch willen weten wanneer je werknemers in huis (zullen) zijn. Als een winkel om 9 uur open gaat, zal er toch iemand moeten zijn en als klanten bellen zal de telefoon toch moeten worden opgenomen. Het lijkt er dan ook op dat in veel gevallen er toch een behoorlijke afstemming zal moeten blijven over de werktijden. Ik verwacht dan ook dat de regel zal gaan worden (als de wet er komt) dat werknemers een belangrijke stem in hun werktijden krijgen, maar dat die vervolgens toch wel weer zullen worden vastgelegd. De werkgever moet tenslotte ook weten waar hij aan toe is, al helemaal als werknemers samen aan een product werken. Ik heb het dan nog niet eens over ploegenroosters.
Dat roept dan weer de vraag op of dat nu zo anders is. Mijn beeld van de arbeidsmarkt is dat waar het kan, werkgevers en werknemers al erg flexibel omgaan met arbeidstijden. Kijk maar naar de files: mensen gaan eerder of juist later naar hun werk om de files te ontlopen, en ook eerder of juist later weer naar huis. Er zit kennelijk al een behoorlijke rek in aanvang en einde.
Ik denk dus niet dat we teveel van die flexibiliteit moeten verwachten. Je kunt een uur eerder of later beginnen, maar daar zal het in de praktijk toch meestal wel bij blijven. Of de wet veel gaat toevoegen betwijfel ik dus; vooralsnog denk ik dat de Wet aanpassing arbeidsduur een grotere impact houdt dan deze.
Arco Siemons is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.