Praktijkgebieden: Bestuursrecht
Nadat afgelopen zomer veel commotie was ontstaan over de aankondiging van het Amsterdamse gemeentebestuur om het gebruik van woningen als pied-à-terre aan te pakken (zie onze bijdrage van 17 augustus 2010), komt het college van B&W met nieuw beleid. Amsterdam wil nu de tweede woning toch mogelijk maken. Dat geldt echter niet voor huurwoningen met een huurprijs onder de liberalisatiegrens (onder de € 648,-).
Een gebruik van een woning als pied-à-terre wordt als een woononttrekking aangemerkt. Een pied-à-terre is een woning die als tweede woning wordt gebruikt en waar de eigenaar of huurder niet zijn hoofdverblijf heeft. In de Huisvestingswet is bepaald dat als een bewoner niet zijn hoofdverblijf in de woning heeft en daar niet als hoofdbewoner is ingeschreven, er dan een woning aan de woningvoorraad wordt onttrokken. In Amsterdam is daar altijd een vergunning voor nodig. Dat bepaalt de Regionale huisvestingsverordening. Het college van B&W wil nu op dat punt de huisvestingsverordening aanpassen zodat er in Amsterdam geen vergunningsplicht meer bestaat voor het gebruik van koopwoningen en dure huurwoningen (de grens is € 648,- per maand) als tweede woning.
Aan deze vorm van woononttrekking zal de voorwaarde worden verbonden dat het wel om “fatsoenlijk wonen” moet gaan. De pied-à-terre mag slechts ten eigen bate worden gebruikt en niet voor geldelijk gewin. Misbruik en fraude wordt niet getolereerd.
Hoe de nieuwe regels voor tweede woningen in de praktijk zal gaan uitpakken, zal nog moeten blijken. Het college heeft in ieder geval te kennen gegeven niet actief op tweede woningen te zullen handhaven. Maar zover is het nog niet. De raad zal eerst nog met het nieuwe beleid moeten instemmen. Daarna zal er een verzoek tot wijziging van de Huisvestingsverordening aan de Stadsregio worden voorgelegd.
Claudia Koenen is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied bestuursrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.