Praktijkgebieden: Ondernemingsrecht
De verhoging van de competentiegrens voor kantonzaken laat nog even op zich wachten. Het wetsvoorstel waarin onder meer de competentiegrens voor kantonzaken van € 5.000,- naar € 25.000,- wordt verhoogd, werd in mei van dit jaar door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer heeft echter diverse vragen gesteld waardoor de beoogde inwerkingtreding per 1 januari 2011 niet wordt gehaald.
Op dit moment is de kantonrechter bevoegd om vorderingen tot € 5.000,- te behandelen. Daarnaast is de kantonrechter bevoegd om te oordelen over alle geschillen in het arbeidsrecht, huurrecht en betreffende agentuur. Het grote verschil met zaken die onder de sector civiel vallen, is dat bij kantonzaken geen verplichte procesvertegenwoordiging geldt. Met de verhoging van de competentiegrens beoogt de regering dan ook om de rechtspraak meer toegankelijk te maken. Het wetsvoorstel beoogt daarnaast een uitbreiding van de competentie in zaken met betrekking tot consumentenkrediet tot € 40.000,- en de consumentenkoop. Door de wetswijziging worden de belangen die spelen bij kantonzaken dus van dien aard dat – los van de specialistische kennis van het arbeidsrecht, huurrecht en agentuur die voor veel zaken is vereist – het in een groot aantal gevallen toch de moeite loont om een advocaat in te schakelen. Geschat wordt dat na invoering van het wetsvoorstel ca. 19.000 zaken van de sector civiel naar de kantonrechter zullen overgaan.
Overigens blijkt uit de vragen die door de Eerste Kamerleden zijn gesteld dat de kritiek van de Eerste Kamer zich onder meer richt op de voorgestelde afschaffing van de sector kanton van de rechtbanken en hoe deze zich (organisatorisch) verhoudt tot de instandhouding van kantonzaken. Over de verhoging van de competentiegrens is de Eerste Kamer op zich zelf bezien echter positief, zodat de invoering niet in gevaar lijkt.
Paulien Beunk is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied handel- en ondernemingsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.