Praktijkgebieden:
Na een scheiding is Jean met de kinderen in de echtelijke woning blijven wonen. Marie, die meer dan vijf dagen per week werkt, is een paar straten verder gaan wonen en de kinderen verblijven een weekend per twee weken bij haar. Jean vindt eindelijk een baan en zal moeten verhuizen. Jean wil graag dat de kinderen meegaan met hem. Mag dit?
Als ouders gezamenlijk het gezag uitoefenen over een kind heeft de ene ouder altijd toestemming nodig van de andere om met het kind te verhuizen. Dit geldt zowel tijdens het huwelijk (al zal het zich niet vaak voordoen) als na een scheiding. Het geldt ook als de ouders niet getrouwd zijn, maar wel gezamenlijk het gezag over het kind uitoefenen.
De afgelopen jaren heeft de rechter verschillende malen een beslissing moeten nemen in een geschil tussen ouders over het al dan niet wijzigen van de hoofdverblijfplaats van een kind. De ouder die wil verhuizen vraagt in dat geval ‘vervangende’ toestemming aan de rechter dat wil zeggen, toestemming van de rechter komt in de plaats van de vereiste toestemming van de ouder. Bij het nemen van de beslissing hierover maakt de rechter een belangenafweging. Het belang van het kind weegt hierbij zwaar, maar hoeft niet doorslaggevend te zijn: de Hoge Raad heeft dit al in 2008 beslist bij een geschil tussen ouders.
Uit een aantal uitspraken blijkt dat verhuizen mogelijk moet zijn. Zo heeft het Hof Den Haag de omstandigheid dat tijdens het huwelijk er sprake was van een traditionele verdeling van zorg zwaar laten meewegen. De verzorgende ouder/moeder verkreeg van het Hof vervangende toestemming om te verhuizen, mede omdat zij na de scheiding nog steeds de dagelijkse zorg voor de kinderen had. Door de verhuizing wordt het ouderschap van de vader in vergelijking met de situatie tijdens het huwelijk niet wezenlijk anders (uitspraak 8 juli 2009). De Hoge Raad heeft een cassatieberoep van de vader tegen deze beslissing van het Hof verworpen.
Wanneer moet een ouder toestaan dat de andere ouder met de kinderen verhuist naar elders? Als er bijvoorbeeld sprake is geweest van een internationaal huwelijk, zal een ouder eerder rekening moeten houden met een wijziging van het hoofdverblijf van het kind. In dit soort situaties speelt het karakter van het kind wel een grote rol: is een verhuizing naar het buitenland in sociaal-emotioneel en cognitief opzicht in het belang van het kind? Voor de achterblijvende ouder laat de rechter in deze situaties ook meewegen dat er tegenwoordig een scala van nieuwe communicatiemiddelen beschikbaar is: Skype/webcam/email/facebook etc.
Anderzijds zal weer meer rekening gehouden worden met de belangen van de achterblijvende ouder als deze na de scheiding juist voor het opnemen van zorgtaken gekozen heeft voor een woonplaats dicht bij de kinderen, of als een voorgenomen verhuizing voor deze achterblijvende ouder aanzienlijke financiële kosten met zich meebrengt. Dit laatste kan met name gelden bij een verhuizing naar het buitenland. Als de achterblijvende ouder geen contact meer kan hebben met zijn kind door de kosten van vervoer, zal de vertrekkende ouder met een goede regeling moeten komen, zodat het contact tussen het kind en de achterblijvende ouder niet verloren kan gaan.
Wat zal Jean nu moeten doen om met de kinderen te mogen verhuizen? Uit diverse uitspraken van de lagere rechters alsmede uit bovengenoemde uitspraak van de Hoge Raad van afgelopen zomer kan worden afgeleid dat een goede onderbouwing, waarin ook uitvoerig wordt ingegaan op welke wijze rekening wordt gehouden met de belangen van de andere ouder, de meeste kans van slagen heeft. Jean maakt meer kans als hij bijvoorbeeld aanbiedt om het halen en brengen van de kinderen voor zijn rekening te nemen als dit een belemmering zou kunnen zijn voor Marie. Hoe meer Jean rekening houdt met het belang van Marie bij een goed contact tussen haar en de kinderen, hoe groter de kans is dat de rechter vervangende toestemming zal verlenen aan Jean áls Marie weigert haar toestemming te verlenen.
Joke Uittenhout is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied column.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.