Praktijkgebieden: Arbeidsrecht
Jaarlijks in mei ontvangen werknemers hun vakantiebijslag. Deze bijslag wordt volgens de wet gebaseerd op 8% van het loon. In Collectieve arbeidsovereenkomsten kunnen afwijkende afspraken worden gemaakt over de hoogte van en de basis waarop de vakantiebijslag wordt berekend. Die afspraken zijn soms niet duidelijk geformuleerd in de CAO, waardoor de vraag kan ontstaan wat dan wel de basis voor de berekening van de vakantiebijslag vormt.
Een slager stelde onlangs dat zijn werkgever de vakantiebijslag verkeerd had berekend, door zijn overwerkvergoeding niet mee te nemen in de berekening.
Op de arbeidsovereenkomst van de slager was de CAO voor het Slagersbedrijf van toepassing. In die CAO was geregeld dat de vakantiebijslag wordt berekend over het gemiddeld verdiende loon. De slager stelde dat onder zijn gemiddeld verdiende loon tevens zijn overwerkvergoeding viel. De kantonrechter en het Hof stelden de slager in het ongelijk. De slager ging in cassatie.
De Hoge Raad ging verder in op de uitleg van de CAO voor het slagersbedrijf. Volgens de wet minimumloon en vakantiebijslag wordt de vakantiebijslag berekend op basis van 8% van het ten laste van de werkgever komende loon. Tevens is in die wet geregeld dat een overwerkvergoeding niet onder het begrip loon valt. Zoals ik al eerder zei, kan van deze wet worden afgeweken bij CAO. In de Slagers CAO werd echter geen omschrijving gegeven voor het “gemiddeld verdiende loon” op basis waarvan de vakantiebijslag moest worden berekend. De vraag was dus of het wel de bedoeling was om in deze CAO af te wijken van de wet.
De CAO voorzag wel in een omschrijving van het begrip uurloon: “het weekloon, gedeeld door het aantal uren van de normale arbeidsduur”. Onder normale arbeidsduur, valt geen overwerk. Daarnaast maakte de CAO een duidelijk onderscheid tussen loon en toeslagen, waarbij de vergoeding voor overwerk tot de toeslagen werd gerekend. De Hoge Raad concludeerde dat er geen aanwijzingen in de CAO waren die afwijking van de wet beoogde. Onder gemiddeld verdiend loon is de vergoeding voor overwerk dus niet begrepen, maar slechts de geldelijke tegenprestatie voor gedurende de normale werktijd verrichte arbeid. De Hoge Raad bekrachtigde het oordeel van het Hof.
Maartje Oliemans-Ouwehand is niet meer werkzaam bij Wieringa Advocaten. Indien u een vraag heeft naar aanleiding van deze blog dan kunt u zich wenden tot onderstaande contactpersoon van het praktijkgebied arbeidsrecht.
Door het leggen van conservatoir (derden) beslag worden vermogensbestanddelen van een wederpartij per direct bevroren. Er kan geen overdracht meer plaatsvinden en in bepaalde gevallen kunnen vermogensbestanddelen zelfs elders in bewaring worden gegeven. Deze actie kan druk zetten op de wederpartij waardoor een snelle oplossing kan worden bereikt.
Beslaglegging moet wel altijd worden gevolgd door een bodem of arbitrage procedure, tenzij eerder een buitengerechtelijke oplossing wordt bereikt.
Onterecht leggen van beslag moet worden voorkomen; het kan leiden tot een schadevergoedingsactie.
Wij onderzoeken graag of dit rechtsmiddel in uw situatie tot een spoedige oplossing kan leiden.
Snel een uitspraak nodig van de rechter over een bepaalde urgente situatie? In dat geval is een kort geding een oplossing voor uw situatie. De rechter geeft een voorlopig oordeel waaraan partijen zich al dan niet op straffe van een dwangsom dienen te houden.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende juridische oplossing.
Dit is in het civiele en bestuurlijke recht de procedure die (al dan niet na hoger beroep) leidt tot een definitieve beslechting van het geschil. Anders dan in een kort geding ligt de nadruk hier veel meer op een schriftelijke uitwisseling van processtukken.
Wij onderzoeken graag of dit de aangewezen procedure is voor uw geschil.
Een partij die zich beroept op de rechtsgevolgen van de door haar gestelde feiten of rechten moet deze bewijzen. Voorafgaand aan iedere gewenste procedure moet derhalve de bewijspositie worden bekeken.
Soms is het bewijs nog niet voldoende in handen van de cliënt. In dat geval is nadere actie gewenst. Te denken valt dan bijvoorbeeld aan het instellen van een (voorlopig) getuigenverhoor of het afdwingen van het verkrijgen van inzage in bepaalde documenten die zich bij de wederpartij bevinden (exhibitieplicht).
Wij zoeken graag met u naar de mogelijkheden om uw bewijsprobleem op te lossen.
Soms ontstaat er in een onderneming een intern geschil tussen aandeelhouders of tussen het bestuur en (enkele) aandeelhouders. Dit kan bijvoorbeeld gaan over de te volgen strategie van de onderneming. In dat geval kan aan de Ondernemingskamer, een speciaal daarvoor geëquipeerde afdeling van het Hof Amsterdam -- bij ons kantoor om de hoek -- een onderzoek naar de gang van zaken binnen de onderneming worden gevraagd. Zo'n onderzoek kan worden voorafgegaan door het vragen van voorlopige voorzieningen, zoals het schorsen van een bestuurder voor de duur van de procedure of het tijdelijk ontnemen van het stemrecht van een aandeelhouder.
Wij denken graag mee over de voor uw situatie passende oplossing.